Belang aandelenbeurs
Goed ontwikkelde aandelenbeurzen zijn belangrijk voor de economische
ontwikkeling van een land, zeker in opkomende economieën (Levine, 2005;
Beck, 2013). Maar juist deze landen blijken in de praktijk vaak afhankelijk
van hun bankensector, terwijl de beurs geen noemenswaardige rol van
betekenis speelt. Dit roept de vraag op waarom sommige landen goed
functionerende beurzen hebben, terwijl andere beurzen niet of nauwelijks
van de grond komen. Een falende beurs kan de reputatie van een land schaden
en het vertrouwen in financiële instellingen ondermijnen. Voor landen die
overwegen een aandelenbeurs te openen, is het dus van cruciaal belang te
weten wat de meest gunstige omstandigheden zijn.
Een falende beurs kan de reputatie van een land schaden en het vertrouwen in financiële instellingen ondermijnen.
Om hierachter te komen, onderzochten we 59 aandelenbeurzen die sinds 1975
in ontwikkelende landen werden geopend (Albuquerque de Sousa, Beck, van
Bergeijk en van Dijk, 2016). We noemen deze aandelenbeurzen ‘prille
beurzen’ (‘nascent markets’) om onderscheid te maken met de ‘opkomende
beurzen’ (‘emerging markets’) die al uitgebreid zijn bestudeerd. Op dit
moment zijn er wereldwijd 165 landen met tenminste één aandelenbeurs; 49
landen hebben nog geen eigen aandelenbeurs.
Maatstaven van succes
We meten het succes van deze 59 prille beurzen op basis van drie
veelgebruikte maatstaven:
- aantal beursgenoteerde bedrijven (een indicatie van het
diversificatiepotentieel voor beleggers, maar ook van het belang van de
beurs voor de reële economie);
- totale marktkapitalisatie van de beursgenoteerde bedrijven (als
percentage van het BBP; een indicatie van de grootte van de beurs ten
opzichte van de economie van het land);
- handelsactiviteit of aandelenomzet (een indicatie van
de liquiditeit van de aandelenbeurs).
Figuur 1 laat – ter illustratie - de ontwikkeling van het aantal
beursgenoteerde bedrijven zien voor drie prille aandelenbeurzen (Tsjechië,
opgericht in 1993, Tanzania, 1998; Vietnam, 2003) in de eerste tien jaar na
oprichting. De grafiek laat zien dat er grote verschillen zijn in het
succes van prille beurzen. De beurs in Vietnam begon met een klein aantal
noteringen en liet vervolgens een geleidelijke maar aanzienlijke groei
zien. De beurs in Tsjechië beleefde een voortvarende start met een zeer
groot aantal noteringen, maar verloor veel bedrijven in de jaren daarop. De
beurs in Tanzania leidde de eerste tien jaar een slapend bestaan, met een
verwaarloosbaar aantal beursgenoteerde bedrijven.
Figuur 1: Aantal aandelennoteringen op de beurs in de eerste tien jaar van
enkele prille aandelenbeurzen
Het succes en falen van prille beurzen
Om een antwoord te vinden op de vraag wat er schuil gaat achter het succes en falen van beurzen passen we als
eerste stap een ‘clusteranalyse’ toe op de drie succesmaatstaven, voor de
34 beurzen waarvoor deze maatstaven beschikbaar zijn over de eerste 20 jaar
na oprichting. Figuur 2 laat het succes van deze 34 prille beurzen na
twintig jaar zien, langs de drie dimensies van succes. De x-as geeft het
aantal noteringen weer, de y-as de handelsactiviteit en de diameter van de
cirkels de marktkapitalisatie. De namen van de bijbehorende landen staan
vermeld in elke cirkel.
Er is een duidelijk onderscheid tussen twee clusters van beurzen
(weergegeven in verschillende kleuren): (1) een cluster van beurzen met een
relatief groot aantal noteringen, grote marktkapitalisatie en veel
handelsactiviteit, en (2) een cluster van beurzen met relatief lage waardes
voor elk van de succesmaatstaven.
China en Swaziland zijn de twee uitersten langs de drie dimensies van
succes. China heeft de meest succesvolle beurs, met 1477 beursgenoteerde
bedrijven (Shanghai en Shenzhen gecombineerd), een marktkapitalisatie van
77 procent van het BBP en een aandelenomzet van 130 procent na twintig
jaar. Swaziland is de minst succesvolle beurs, met 6 beursgenoteerde
bedrijven, een marktkapitalisatie van 8 procent van het BBP en bijna geen
handelsactiviteit (aandelenomzet nabij nul procent) na twintig jaar. Ter
vergelijking, in 2015 was het totale aantal beursnoteringen op alle
Amerikaanse aandelenbeurzen gelijk aan 4381, met een totale
marktkapitalisatie van 140 procent van het BBP en een aandelenomzet van 165
procent.
Figuur 2: Clusteranalyse van het succes en falen van 34 prille
beurzen in de wereld
Vroeg succes
Is vroeg succes een noodzakelijke voorwaarde voor succes op lange termijn?
Om deze vraag te beantwoorden maken we gebruik van ‘necessary condition
analysis’ (NCA; ontwikkeld door Dul, 2016). Deze analyse toetst op noodzakelijke voorwaarden, terwijl bijvoorbeeld regressieanalyse
zich richt op voldoende voorwaarden. Uit onze analyse blijkt:
- een minimum aantal noteringen en aandelenomzet in de eerste vijf jaar
zijn noodzakelijke voorwaarden voor succes langs beide dimensies na twintig
jaar; beurzen die beginnen met weinig noteringen en weinig handel slagen er
niet in om in een later stadium een aanzienlijk aantal beursgenoteerde
bedrijven aan te trekken en om voldoende handelsactiviteit te genereren –
en lopen het risico een slapend bestaan te leiden;
- er is weinig bewijs dat een voldoende grote marktkapitalisatie in de
eerste vijf jaar van een beurs een noodzakelijke voorwaarde is voor
lange-termijn succes.
Lange termijn succes
Maar wat verklaart dan het succes en falen van prille beurzen voor de langere termijn? We hebben
ook het effect van verschillende institutionele, structurele,
sociaaleconomische en politieke factoren op het succes van prille beurzen
onderzocht. Deze analyse geeft de volgende resultaten:
- lange-termijn succes wordt vooral bepaald door vroeg succes en door de
omstandigheden waarin de beurzen zijn opgericht; vroeg succes en kenmerken
van het land op het moment van oprichting verklaren meer dan 60 procent van
de variatie in langetermijn succes;
- de omvang van de bankensector op het moment van oprichting is de meest
betrouwbare voorspeller van het lange-termijn succes van een prille beurs;
een 1% grotere bankensector bij oprichting gaat samen met een 1% hoger
aantal beursgenoteerde bedrijven, een 0,4% hogere marktkapitalisatie (%
BBP) en een 0,7% hogere aandelenomzet op de lange termijn;
- de ontwikkeling van nationale spaartegoeden over de levensduur van de
beurs is de belangrijkste voorspeller van de ontwikkeling van succes over
de tijd.
Conclusie
Ons onderzoek werpt licht op de vraag welke factoren het succes van prille
aandelenbeurzen beïnvloeden. Schaalgrootte is een belangrijke factor, met
voldoende beursgenoteerde bedrijven en voldoende liquiditeit in de eerste
jaren na oprichting als een kritieke voorwaarde voor succes op lange
termijn. Maar ook een solide bankensector en voldoende vraag van
investeerders (zoals weergegeven in nationale spaartegoeden) zijn van
belang. We vinden weinig bewijs dat structurele, grotendeels vaststaande
kenmerken van een land, zoals het aantal inwoners of juridische en
politieke factoren, een effect hebben op het uiteindelijke succes van een
beurs.
In verschillende landen zonder aandelenbeurs woedt een verhit debat over de
vraag of het oprichten van een beurs zinvol is als de belangstelling van
bedrijven en investeerders nog beperkt is. Onze analyse suggereert dat het
antwoord op deze vraag ‘nee’ is. Aan te bevelen is om alternatieven te
onderzoeken, zoals de ontwikkeling van de ‘private equity’-sector of het
meedoen aan een regionale aandelenbeurs.
Referenties:
Albuquerque de Sousa, J., T. Beck, P.A.G. van Bergeijk en M.A. van Dijk,
2016, “Nascent markets: Understanding the success and failure of new stockmarkets,” working paper ERIM, Rotterdam.
Beck, T., 2013, “Finance and growth: Too much of a good thing?,” VoxEU.org,
27 Oktober.
Beck, T., en R. Levine, 2004, “Stock markets, banks, and growth: Panel
evidence,” Journal of Banking and Finance 28, 423-442.
Dul, J., 2016, “Necessary condition analysis (NCA): Logic and methodology
of “necessary but not sufficient” causality,” Organizational Research Methods 19, 10-52.
Levine, R., 2005, “Finance and growth: Theory and evidence,” in Aghion, P.,
en S.N. Durlauf, Eds., Handbook of Economic Growth, Elsevier,
Amsterdam.
Levine, R., en S. Zervos, 1998, “Stock markets, banks, and economic
growth,” American Economic Review 88, 537-558.
Te citeren als
José Albuquerque de Sousa, Thorsten Beck, Peter van Bergeijk, Mathijs van Dijk, “Wat verklaart het succes en falen van prille aandelenbeurzen?”,
Me Judice,
20 maart 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Kuwait Stock Exchange’ van Mark (CC BY-NC 2.0).