Dreiging recessie
Ambtelijk Den Haag werkt op dit moment al hard aan de volgende
kabinetsformatie, op de planning na de Tweede Kamerverkiezingen van 17
maart 2021. En gelukkig maar. Achter de schermen overdenken slimme en
ervaren ambtenaren van ministeries, planbureaus en adviesorganen allerlei
scenario’s en beleidsopties. Om voorbereid te zijn. Er kan immers van alles
gebeuren. Niet alleen straks, maar ook in deze regeerperiode van Rutte III.
Een groot risico is een nieuwe recessie. Ja, Nederland kent
hoogconjunctuur, een lage werkloosheid en zorgeloze overheidsfinanciën
(CPB, 2019). Maar het consumentenvertrouwen is laag, het vertrouwen van
producenten, inkopers en beleggers zakt weg, en het groeitempo van onze
economie vlakt af. In Duitsland en Amerika zijn al enige tijd heftige
publieke debatten gaande wanneer de nieuwe recessie zal uitbreken, mede
door zorgwekkende binnenlandse ontwikkelingen in China. Een aantal economen
waarschuwde dat eind 2019 de omslag komt en er in 2020 kwartalen van
economische krimp en stijgende werkloosheid zullen zijn (BIS, 2018;
Bloomberg, 2018). ECB-president Draghi liet doorschemeren de rente verder
te verlagen en meer obligaties te kopen als de Europese groeiverwachtingen
niet verbeteren (ECB, 2019).
Stilte voor de storm
Maar wat verwacht Nederland en welke voorbereidingen worden getroffen? In
ons land is er nog opvallend weinig publiek debat. Ramingen zijn
traditioneel leidend. Zijn die stabiel en positief, dan gaat het goed. De Nederlandsche Bank (DNB) voorspelt 1,5% bbp-groei in 2020 en 1,4% in 2021 (DNB, 2019). Volgens DNB ligt dit dichtbij de potentiële groei en ‘normaliseert’ het tempo
zich. Het CPB gaat in de Juni-raming uit van een ontwikkeling van 1,5 procent in
2020, waarbij de werkloosheid licht stijgt (CPB, 2019). Het planbureau
stelt dat er sprake is van "een meer standaard economische groei". De
wetenschap leert echter dat ramingen het moment van omslag en de diepte van
de dip erna niet goed voorspellen. Onderzoek wijst uit dat (inter)nationale
ramingen de groei in een opgaande conjunctuur gemiddeld onderschatten met
0,9%-punt bbp en in een neergaande conjunctuur – waar de wereld nu heen
lijkt heen te gaan - overschatten met 1,3%-punt bbp (Butler, Stokman en Van Dijk, 2017). De DNB- en CPB-ramingen hebben zogezegd een kleine marge.
Het CPB benoemde daarom expliciet neerwaartse risico’s: het Amerikaanse
handelsbeleid, een no-deal Brexit, de situatie in Italië en een
woningmarktomslag. De stagnerende wereldhandel en de vertragende
Nederlandse export waren al zorgelijk. De recente verkiezing van Boris Johnson
die een harde Brexit dichterbij brengt, de opgelaaide handels- en
valuta-oorlog tussen Washington en Peking en de Italiaanse regeringscrisis
veroorzaakt door Salvini, beïnvloeden de verwachtingen negatief. Onze
bbp-groei wordt daarbij de komende jaren grotendeels gedragen door begrote
overheidsuitgaven, waarvan de daadwerkelijke besteding door de krappe
arbeidsmarkt niet zeker is (Barendregt en Prins, 2019). Als dit geld
voor infrastructuur, defensie en zorg niet uitgegeven wordt, slaat het een
deuk in de groei. De Voorjaarsnota waarschuwt al voor het risico op
onderbesteding (Rijksoverheid, 2019a). Als deze risico’s samenkomen en
wantrouwen, onzekerheid en financiële stress plots oplopen, kan de omslag
snel en hard gaan. Ambtelijk Den Haag zal ook dit scenario moeten doordenken.
Wat doet de Studiegroep Begrotingsruimte?
Zeker de nieuwe Studiegroep Begrotingsruimte, een werkgroep van
financieel-economische ambtenaren die in 2020 een begrotingsadvies uitbrengt
ter voorbereiding op de Tweede Kamerverkiezingen. Deze werkgroep staat voor
een dubbele opdracht. Enerzijds zal de Studiegroep, zoals oud-CPB-directeur
Teulings in het Financieele Dagblad schreef, moeten komen met een
economische onderbouwing voor de structurele tekortpositie en schuldpositie
van de overheid (Teulings, 2019). Dit als vervanging van “hoe lager tekort
en staatsschuld, hoe beter”. Kijkende op de meerdere jaren van grote
overschotten op de betalingsbalans en de begroting (en nu de negatieve
rentes), doet Nederland zich al enige tijd tekort. Ook de OESO en het IMF
wezen er op dat er ruimte is voor belastingverlaging en extra investeringen
in onderwijs en innovatie (IMF, 2019; OESO, 2019). Inwoners van ons land
leven nu minder welvarend en koopkrachtig dan mogelijk en wenselijk.
Anderzijds zal de Studiegroep moeten adviseren over de beste
begrotingsreactie op een nieuwe recessie op korte of middellange termijn.
Het was niet vanzelfsprekend dat de werkgroep expliciet op dit scenario
ingaat, naast de gangbare notie dat “de automatische stabilisatoren hun
werk moeten doen”. De Studiegroep zal zijn advies immers baseren op de
nieuwe Middellangetermijnverkenning (MLT) voor de komende kabinetsperiode
die het CPB zal maken. Aangezien deze raming wordt opgesteld in
hoogconjunctuur, kan een aanpak zijn dat het gestage groeipad rondom de
potentiële groei wordt doorgetrokken, met daarbij waarschuwingen voor de
aanzienlijke neerwaartse risico’s.
Er is een aanzienlijke kans dat onze economie tijdens het schrijven van het advies of kort na de publicatie in een recessie komt.
Als de Studiegroep dan op dezelfde voet zou doorgaan weten we het advies nu
al. Uit (een klein onderdeel) van mijn promotieonderzoek bleek dat de
Studiegroep sinds 1989 in hoogconjunctuur altijd adviseert om het
begrotingsbeleid voort te zetten (Bolhuis, 2018). Geen nieuwe bezuinigingen
en of uitgavenverhogingen en geen nieuwe lastenverhogingen of
lastenverzwaringen: een nuladvies.
Echter, er is een aanzienlijke kans dat onze economie tijdens het schrijven
van het advies of kort na de publicatie in een recessie komt. Op een ander
pad bereidt politiek-ambtelijk Den Haag zich hier al op voor. Ambtenaren
maken nu voor de exercitie ‘Beleids- en uitvoeringsopties in beeld’
meerdere menukaarten met beleidsopties om te kunnen benutten bij een
volgende neergaande conjunctuur (Rijksoverheid, 2019c). Deze worden begin
2020 naar de Kamer gestuurd en bevatten gelukkig zowel investeringen en
intensiveringen als hervormingen en besparingen. De Tweede Kamerleden Joost Sneller e.a. toonden in hun motie geleerd te hebben van de ‘Brede Heroverwegingen’ uit 2010.
Lessen geleerd?
Maar leren we ook van de toenmalige begrotingsreactie? Opvallend is dat
CPB-directeur Van Geest en medewerkers Smid en Suyker in maart het
opiniestuk ‘Trap bij een recessie niet op de rem’ in NRC Handelsblad plaatsten (Van Geest, Smid en Suyker, 2019).
Zij concluderen dat Nederland traditioneel bij de eerste tekenen (ramingen)
van tegenspoed gaat bezuinigen en hervormen. Hun waarschuwing is dat de
rekening van een dergelijke aanpak door meer flexibeler geworden
arbeidsmarkt nu nog forser bij de kwetsbaarste groepen zal neerkomen in de
vorm van werkloosheid en inkomensverlies. Ook stellen de CPB’ers dat het
‘zigzagbeleid’ na de vorige crisis op korte termijn veel schade
veroorzaakte en het vertrouwen van laagopgeleiden in de toekomst verlaagde.
De ING, Rabobank, OESO en IMF spraken zich eerder ook kritisch uit over het
gevoerde begrotingsbeleid door Nederland (Clift, 2018; Elliott, 2016; ING,
2016; Rabobank, 2012).
Het advies van Van Geest, Smid en Suyker is dat de overheid, als een nieuwe
recessie uitbreekt, een begrotingsbeleid dient te voeren dat gebaseerd is op
langjarige verwachte groei, zodat er niet plotseling op de rem getrapt
hoeft te worden. Ze zeggen terecht dat daar macro-economisch de ruimte voor
is en zelfs dat Brussel hiervan te overtuigen moet zijn.
Door de nu snel verslechterende economische omgeving, zal ook in de politiek de vraag urgenter worden wat de beste begrotingsreactie is.
Het is de vraag hoe hier in de Studiegroep over gedacht wordt, zeker nu de
economische omgeving steeds verder verslechtert. Uit mijn onderzoek blijkt
dat sinds 1989 in laagconjunctuur het ambtelijke advies altijd was
om restrictief begrotingsbeleid te voeren: op de rem trappen (Bolhuis,
2018). Budgettaire overwegingen lijken de voorkeur te krijgen boven overwegingen van
bbp- en inkomensverlies en oplopende werkloosheid. De verantwoordelijke
politici volgden dit advies vervolgens op, hoewel in afgezwakte vorm. Van
Geest, Smid en Suyker verzoeken eigenlijk om een cultuurverandering.
Pikant, aangezien het CPB in 2012 ervoer dat zijn directeur Teulings niet
zijn gewenste stempel kon drukken op het algemene Studiegroep-advies.
Teulings liet toen een voetnoot in het rapport zetten om duidelijk te
markeren dat hij miljarden minder wilde ombuigen (Studiegroep
Begrotingsruimte 2012: 35). Zijn inhoudelijke opvatting kreeg in de
opvolgende jaren overigens steeds bredere steun door de uitkomsten van
(inter)nationaal onderzoek naar de gevolgen van het begrotingsbeleid.
Zo ligt er voldoende gespreksmateriaal voor de Studiegroep
Begrotingsruimte. Begin dit jaar had men nog kunnen denken dat deze
ambtenaren in alle rust, ongemoeid, konden overleggen over de juiste
begrotingskoers voor verschillende scenario’s. Bijna geen politicus zou er
naar kraaien. Echter, door de nu snel verslechterende economische omgeving,
zal ook in de politiek de vraag urgenter worden wat de beste
begrotingsreactie is. Het is logisch dat Kamerleden de zestiende
Studiegroep Begrotingsruimte verzoeken om expliciet en actief te overdenken
hoe – gelet op alle vergaarde nieuwe kennis en inzichten - beter gereageerd
kan worden op een nieuwe recessie.
Referenties
Barendregt, E. en C. Prins, 2019,
Economische groei Nederland leunt zwaarder op overheidsbestedingen
, Economisch Kwartaalbericht RaboResearch.
BIS, 2018,
BIS Quarterly Review
, December 2018.
Bloomberg, 2018,
JP Morgan predicts the next financial crisis will strike in 2020.
Bolhuis, W., 2018,
Begrotingsadvies en regeerakkoord versterken conjunctuurcyclus
, Economisch Statistische Berichten, 103(4760), 165-167.
Butler, B., A. Stokman, en D. van Dijk, 2017,
Voorspellers onderschatten cycliciteit van de economie
, Economisch Statistische Berichten 102(4755), 552-555.
Clift, B., 2018,
The IMF’s Surprising Interventions in the Politics of Austerity
, PERCblog 1 mei.
CPB, 2019,
Juniraming 2019. CPB, Den Haag.
DNB, 2019,
Economische ontwikkeling en vooruitzichten
, Juni 2019, nummer 17. Amsterdam
ECB, 2019,
Verslag persconferentie Mario Draghi en Luis de Guindos 25 juli 2019 , Frankfurt.
Elliott, L., 2016,
OECD calls for less austerity and more public investment
, The Guardian 18 februari.
Geest, L, van, B. Smid, en W. Suyker, 2019,
Trap bij een recessie niet op de rem
, NRC Handelsblad 4 maart 2019.
IMF, 2019,
Euro Area – IMF Staff Concluding Statement of the 2019 Article IV
Mission
, 13 juni, Washington DC,
ING, 2016,
Hoge prijs voor trouw aan Europese regels
, ING Nieuws- en persberichten 14 september, Amsterdam.
OESO, 2019,
OECD Economic Outlook May 2019 , Parijs.
Rabobank, 2012,
Tijd voor echt trendmatig begrotingsbeleid
, Kennis en economisch onderzoek 2012, Utrecht.
Rijksoverheid, 2019a,
Voorjaarsnota 2019, Den Haag.
Rijksoverheid, 2019b,
Studiegroep Begrotingsruimte, Den Haag.
Rijksoverheid, 2019c,
Ministeries brengen beleids- en uitvoeringsopties in beeld
, Nieuwsbericht 3 april, Den Haag.
Studiegroep Begrotingsruimte, 2012,
Stabiliteit en Vertrouwen
, Veertiende rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte., Den Haag.
Teulings, C., 2019,
Nieuwe ‘Studiegroep Begrotingsruimte’ kan niet op dezelfde voet
doorgaan
, Financieele Dagblad 13 juni.