Jongeren krijgen steeds meer keuzeruimte. Ze rijden bij wijze van spreken al op jonge leeftijd in een snelle, krachtige auto. Met grotere keuzevrijheid
komt ook meer verantwoordelijkheid. Daarom krijgen jongeren rijles in het schoolvak economie. Daarin leren ze hun leven te besturen.
Een belangrijke drijfveer van scholieren is succes. En laat economie daar nu precies over gaan: je leven zo besturen dat meer welzijn kan worden bereikt
met minder middelen -- dat kan geld zijn maar ook tijd, energie en aandacht. Kortom, meer met minder.
Maar het hedendaagse economieonderwijs gebruikt vaak nog ouderwetse en complexe landkaarten. Daarom is meer met minder ons doel. Enerzijds een meer
relationeel mensbeeld gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Anderzijds minder complexiteit door één samenhangend verhaal: het balanceren
van doelen en belangen bij het besturen van je levensweg. Dat verhaal bestaat uit drie stappen: in balans, uit balans en meer balans.
In balans
De eerste stap is balans. Verstandig kiezen draait om balans tussen verschillende doelen en goed samenwerken om balans tussen belangen. Samenwerken kan
meer opleveren dan de som van de delen: jouw winst is niet noodzakelijkerwijs mijn verlies. Er zijn twee voorwaarden voor dit wonder. De eerste voorwaarde
is diversiteit. Hoe meer mensen verschillen in voorkeuren of talenten, hoe groter de potentiële meerwaarde van samenwerken. De tweede voorwaarde is het
eerlijk delen van de opbrengst. Als alle betrokkenen profiteren, zullen ze zich allemaal inzetten.
Als grondlegger van de moderne economische wetenschap doorgrondde Adam Smith de grote betekenis van wederzijds belang. Sociale relaties hoeven niet
gebaseerd te zijn op filantropie of roof. Er is een derde weg naast geven óf nemen: geven én nemen. Abraham Lincoln zei ooit: ‘vernietig je vijanden door
ze vrienden te maken.’ Dat is het hart van economie: conflicterende belangen over de verdeling van schaarste omzetten in parallelle belangen over het
overwinnen van beperkingen. Het win-win principe – de ander behandelen zoals je zelf behandeld zou willen worden – is ook de gouden regel uit de ethiek.
Economie en ethiek zijn twee kanten van dezelfde medaille.
Uit balans
Een befaamde uitspraak van Adam Smith is “Nobody ever saw a dog make a fair and deliberate exchange of one bone for another with another dog.” De
mens heeft de wereld veroverd vanwege zijn verstand (deliberate) en moraliteit (fair). Maar deze capaciteiten zijn beperkt. Mensen
handelen lang niet altijd in hun eigen of andermans belang. Hun beperkte blikveld resulteert in onbalans – de tweede stap in het verhaal. Sommige doelen
blijven op de achtergrond met ongebalanceerde keuzes als gevolg. Verder schaadt de angst voor hebzucht de welvaart; als belangen niet in balans zijn, haken
partijen af wier belang onvoldoende geborgd wordt.
Meer balans
De laatste stap is meer balans. Drie bestuursvormen helpen mensen rekening te houden met kwetsbare doelen en belangen. Het zijn de verkeersregels die
voorkomen dat mensen zichzelf of anderen beschadigen als gevolg van hun rationele en morele beperkingen.
De eerste bestuursvorm is hiërarchie of dwang. Denk aan ouders die hun kinderen verbieden een gevaarlijke weg over te steken. Maar ook de overheid kan door
wetten en regels voorkomen dat mensen zichzelf of elkaar beschadigen. Nadeel van hiërarchie is dat autoriteiten hun macht kunnen misbruiken of over
onvoldoende informatie beschikken.
De tweede bestuursvorm is concurrentie of vrije inwisselbaarheid. De dreiging van hun inwisselbaarheid zal partijen stimuleren de belangen van de
wederpartij te behartigen om zo hun reputatie als betrouwbare partij te koesteren. Denk bijvoorbeeld aan een ondernemer die goed voor zijn klanten zorgt
omdat hij zich realiseert dat zijn klanten ook naar een concurrent kunnen gaan.
Vrijwillige binding neemt als derde bestuursvorm een middenpositie in tussen dwang en vrije inwisselbaarheid. We binden ons vrijwillig aan waarden en
normen en zetten ons in voor anderen, zeker als we ons met hen verbonden voelen. Dat geeft ons leven betekenis en vormt onze identiteit. Denk bijvoorbeeld
aan een leraar die houdt van zijn of haar vak en zich met hart en ziel inzet voor school en leerlingen.
Alle drie de bestuursvormen hebben hun beperkingen. Daarom is het vaak verstandig om de drie bestuursvormen naast elkaar in te zetten. Maar kiezen en
samenwerken gaat onvermijdelijk gepaard met risico’s van fouten en misverstanden. Onze morele en rationele vermogens zijn nu eenmaal beperkt. Samenwerken
vraagt niet alleen zelfbeperking maar ook moed gebaseerd op hoop.
De balans van win-win
Maar hoe gaan we deze inzichten toepassen in het onderwijs? Economie in drie stappen kunnen we toepassen op elk sociaal fenomeen – dus ook het onderwijs. Funderend onderwijs speelt een cruciale rol bij het
balanceren van belangen. Gelijke kansen voor jongeren om hun talenten te ontwikkelen zijn essentieel voor een legitieme economie zonder grote groepen
verliezers. Onze complexe samenleving vraagt steeds meer van mensen in termen van zelfregulering. Het win-win principe op het macroniveau van de
samenleving vraagt burgers die op het microniveau van hun eigen leven handelen vanuit win-win.
Onbalans en bindingsangst
Het huidige economieonderwijs is uit balans omdat het nog te veel uitgaat van het ouderwetse mensbeeld van de rationele, zelfzuchtige mens. De economische
wetenschap biedt inmiddels een minder rationeel en meer relationeel mensbeeld. Zo leert de gedragseconomie dat mensen systematische fouten maken. Daardoor
zijn ze aangewezen op vertrouwen in anderen. Verder hechten mensen aan wederkerigheid en rechtvaardigheid alsmede aan hun betekenis voor de
samenwerkingsverbanden waarmee ze zich identificeren.
Het huidige economieonderwijs is uit balans omdat het nog te veel uitgaat van het ouderwetse mensbeeld van de rationele, zelfzuchtige mens.
Het verouderde mensbeeld van de homo economicus leert jongeren dat ze niet wantrouwend genoeg kunnen zijn. Het resultaat is cynisme en
bindingsangst. Als kuddedieren conformeren jongeren zich namelijk graag aan de heersende mores. Daardoor dreigt een tweede klimaatcrisis met een killer
vertrouwensklimaat: kijk alleen maar naar de golf van populisme en wantrouwen.
Het eenzijdige model van de rationele, zelfzuchtige mens verstoort ook de balans tussen bestuursvormen. Teveel nadruk op controle en marktwerking
onderschat de betekenis van vrijwillige binding door persoonlijke relaties, ethiek en intrinsieke motivatie. En dat terwijl vrijwillige binding juist aan
belang wint omdat een complexe samenleving moeilijker van boven af te besturen is.
Betere balans door meer vertrouwen en intrinsieke motivatie
Ook in het bestuur van het onderwijs zelf is de balans zoek tussen controle en vertrouwen. Beter onderwijs vraagt om minder beheerzucht en meer vertrouwen
in docenten en scholen. Als door meer experimenteerruimte de vrijheid van onderwijs een nieuwe invulling krijgt, kunnen docenten zich verder ontwikkelen
tot professionals die elkaar scherp houden. Een grotere leeropbrengst vraagt ook meer intrinsieke motivatie van leerlingen. Daarbij past onderzoekend
leren. Economie leent zich bij uitstek voor vakoverstijgend leren –denken vanuit problemen in plaats van disciplines.
Vormingsidealen
Wij hopen op allerlei manieren bij te dragen aan een verdere professionalisering van het prachtige vak van leraar, bijvoorbeeld door nascholing en nieuw
onderwijsmateriaal voor lerarenopleidingen. Verder willen we een digitaal leerplatform ontwikkelen voor scholieren met een gezamenlijke kern en
keuzemodules. Zo kunnen scholen en scholieren hun eigen accenten leggen. Door digitale documentatie van hun werk kunnen jongeren hun talenten etaleren --
bijvoorbeeld aan vervolgopleidingen of potentiële werkgevers.
De waarde van ieder individu is het fundament: iedereen is niet alleen beperkt maar ook waardevol.
Zeker in het onderwijs bestaat neutraliteit niet. Docenten beïnvloeden onvermijdelijk de waarden en percepties van scholieren. Juist om mogelijke
belangenconflicten te voorkomen is transparantie over vormingsidealen essentieel. Wij gaan uit van een relationeel mensbeeld en willen jongeren niet
opleiden met de gedachte dat het sociale leven draait om eigenbelang, wantrouwen en de ander de loef afsteken. De waarde van ieder individu is het
fundament: iedereen is niet alleen beperkt maar ook waardevol.
Deel van menselijke waardigheid is vrijheid. We dragen verantwoordelijkheid voor elkaar maar die verantwoordelijkheid is beperkt. Want elke jongere kiest
uiteindelijk zelf. De wereld staat voor grote uitdagingen. Of we op weg zijn naar een betere samenleving waarin burgers handelen vanuit gedeeld belang
hangt vooral af van onze jongeren. Dat maakt economie tot zo’n belangrijk vak.
* Dit is een verkorte versie van de inaugurele rede die hij uitsprak bij de aanvaarding van de
F.J.D. Goldschmeding leerstoel op 15 december 2016.