Vrije markt
De crisis heeft aangetoond dat een belangrijk deel van de sociaal-economische wetenschappen onbekend is bij de huidige generatie economen. Het falen van de
eurozone toont aan hoezeer de neoklassieke benadering het bijna-monopolie heeft waar het gaat om universitair onderwijs. Deze positie is niet tot stand
gekomen doordat ze de concurrentie met andere stromingen heeft gewonnen – integendeel. Vanaf het begin was het een strijd waar geen enkel middel werd
geschuwd om ‘andersdenkenden’ de mond te snoeren. Geld en politieke macht gaven de doorslag en brachten de neoklassieke benadering aan de macht: een vrije
markt is het beste mechanisme om voor een optimale allocatie van goederen te komen. Politiek gesproken betekent dit dat overheden zich alleen moeten
bemoeien met de bescherming van eigendomsrrechten. De economisch-wetenschappelijke elite heeft gelukkkig iets opportunistisch: in een aantal gevallen is
het toch wel praktisch om de overheid regels te laten stellen.
De neoklassieke economie is uitgegroeid tot een moderne wetenschap. Met behulp van geavanceerde kwantitatieve methoden bieden ze beleidsmakers instrumenten
aan om hun organisaties controle te laten houden over hun ‘systeem’. De crisis laat zien dat de moderne gedachte van de maakbaarheid problematisch is.
Liberalen zijn nu geneigd om toch maar weer te streven naar minder overheid. Socialisten zijn geneigd om met nieuw elan hun boodschap van meer overheid te
verkopen. Middenpartijen hebben het moeilijk. Ze kunnen zichzelf en anderen maar niet duidelijk maken dat ze meer zijn dan een compromis tussen liberalisme
en socialisme.
Multidisciplinaire aanpak
De laatste tijd krijgt de multidisciplinaire aanpak meer aandacht. Sommige economen werken samen met psychologen; andere met sociologen. In onze
democratische maatschappij hoort iedere serieuze stroming mee te doen in de concurrentiestrijd met andere benaderingen. Studenten horen kennis te nemen van
meerdere perspectieven, wier methodologie in ieder vakgebied met elkaar moeten worden vergeleken. De dagelijkse practijk is zo anders. Methodologie is voor
een paar liefhebbers. Heterodoxe stromingen worden hoegenaamd niet aangeboden, laat staan methodologisch geanalyseerd.
In mijn boek Hoe de crisis het economische denken verandert, linkse en rechtse dogma’s ontrafeld, heb ik het dominante neoklassieke denken aan een
grondige analyse onderworpen. Het is een ijzersterk bouwwerk van begrippen, welke een heldere taal heeft opgeleverd. Maar de bedenkers ervan hadden dit
nooit bedoeld als een theoretische fundering voor empirisch onderzoek. Het menselijk gedrag wordt evenzeer door de sociale en door de psychische drijfveer
beïnvloed. Daarom moeten economen de logica van het sociale van de sociologie en de logica van het psychische van de psychologie leren begrijpen. Als deze
beide logica’s met de economische logica van de tekstboeken wordt verbonden, onstaat een analyse, met behulp waarvan veel meer verschijnselen die dagelijks
in de krant staan, worden begrepen.
Tekstboekeconomie
Het boek gaat na waar de problemen met de neoklassieke benadering precies zitten.Daarna wordt een serie heterodoxe economen besproken, zoals bijvoorbeeld
Marx, Keynes, Hayek en Sen. De heterodoxe economie is rijk aan ‘grondstoffen’, waarmee realistische kennis kan worden ontwikkeld. Tekstboekeconomie is
vooral gericht op het marktmechanisme en de wijze waarop de overheid in een democratie tracht publieke goederen te produceren. Heterodoxe economie wijst
echter ook op de relevantie van de psychisch/culturele context van economische activiteiten. Het levert niet twee, maar vier ‘control’-mechanismen op.
Naast de bekende economische en politieke mechanismen krijgen we ook het psychische en he sociale mechanisme. Het psychische mechanisme probeert de
psychische spanningen waar elk persoon elke dag mee te maken heeft, onder controle te houden: zelfbeheersing. Het sociale mechanisme zorgt ervoor dat
groepen een gemeenschappelijke visie hebben op de situatie. Deze ideologie vormt de basis voor de keuze van doelen en instrumenten. Daar er in een bepaald
gebied vele groepen zijn, is de kans op soiale conflicten groot. Iedere groep neigt er dan toe, een cultuur te ontwikkelen, waarin ‘de ander’ als vijand
wordt gezien. Een rationelere cultuur ontstat, indien door veelvuldige interactie tussen groepen die zeer verschillend zijn, een overkoepelende cultuur
ontstaat, die verzoenend werkt. Op dit moment zou de Verenigde Staten een poldermodel goed kunnen gebruiken.
Tekstboekeconomie suggereert dat de grote problemen die de globalisering met zich brengt, door technologische vooruitgang en vrijhandel kunnen worden
opgelost. Multidisciplinaire economie laat zien dat ook vooruitgang geboekt moet worden op het vlak van zelfbeheersing en sociale verantwoordelijkheid van
personen. Zonder mentale en sociale groei zal economische groei een illusie blijken. De huidige tendens in de moderne economie – reductie en specialisatie
– moet worden omgebogen naar multidisciplinariteit en integratie. Verbrokkelde kennis zijn wapens in handen van zelfzuchtige mensen en groepen. Oog voor de
relatie van menselijke emotie en de daaraan gekoppelde visie op de omgeving is bittere noodzaak.
Lees het nieuwe boek van Piet Keizer (2016),
Hoe de crisis het economische denken verandert; linkse en rechtse dogma’s ontrafeld, Amsterdam University Press| paperback| 19,95 | ISBN: 978 94 6298 90 4853 194 3, te koop in de boekhandel en in de webshop van AUP.
Te citeren als
Piet Keizer, “Economie rijker dan tekstboeken laten zien”,
Me Judice,
6 december 2016.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
Peep Test’ van ECP (
CC BY 2.0)