ESM-fonds
Toen Griekenland in 2010 problemen kreeg door een extreem hoge
overheidsschuld, werd binnen de kortste keren een tijdelijk fonds
opgericht, het ESM geheten, om de Griekse overheid van ‘zachte’ leningen te
voorzien. Dat was in strijd met het verdrag van Maastricht uit 1992, waar
de zogeheten no bail-out conditie werd geformuleerd. Lidstaten die
met hun overheidstekort in de problemen kwamen mochten niet door andere
lidstaten geholpen worden. De ondertekenaars van het verdrag hoopten
daarmee te voorkomen dat lidstaten er al van te voren rekening mee gingen
houden dat zij bij problemen uit de brand zouden worden geholpen en dus hun
begrotingsdiscipline wel konden laten varen.
Desondanks is in de boezem van de Europese Commissie het plan ontstaan om
het ESM-fonds uit te bouwen tot een permanent fonds dat overdrachten geeft
aan lidstaten in (tijdelijke) financiële en/of economische problemen. De
Nederlandse minister van financiën Wopke Hoekstra mobiliseerde een aantal
kleinere lidstaten om zich tegen zo’n ‘schokfonds’ te verzetten. Het mocht
niet baten: op
4 december 2018
besloten de EU-ministers van financiën tot de oprichting van dat fonds.
Hoewel het oprichten van dit fonds de EU dichterbij een transferunie brengt
waar ‘zwakke’ lidstaten (Griekenland, Italië, enz.) door ‘sterke’ lidstaten
(Nederland, Duitsland, enz.) permanent worden onderhouden, presenteerde de
regering het besluit van 4 december 2018 als een soort overwinning. De
regering was vooral blij dat het voorbehoud werd gemaakt dat lidstaten die
in aanmerking willen komen voor een hulpprogramma onder ‘strikte’
voorwaarden eerst hun schuld houdbaar moeten maken.
De voorwaarden
De regering weet natuurlijk heel goed dat lidstaten die voor steun in
aanmerking komen niet of nauwelijks aan die strikte voorwaarden kunnen (of
willen) voldoen. Een reden daarvoor is dat de euro voor de sterke lidstaten
te goedkoop is en voor de zwakke lidstaten te duur. De sterke EU-lidstaten
kunnen met een gegeven hoeveelheid mensen en een gegeven
productiecapaciteit meer produceren dan de zwakke EU-lidstaten. Door deze
voorsprong in efficiëntie zijn sterke EU-lidstaten in staat zwakke
EU-lidstaten weg te concurreren. Oftewel, de zwakke EU-lidstaten moeten een
handelstekort accepteren ten opzichte van de sterke EU-lidstaten. Een land
dat per saldo importeert, kan dat alleen maar financieren door geld te
lenen van de landen die per saldo exporteren. Een land dat per saldo
importeert, wil immers meer besteden dan het zelf produceert. Voor een
exportland geldt het omgekeerde: zo’n land heeft inkomen ‘over’ dat het zou
kunnen uitlenen aan importlanden. De handelstekorten van EU-lidstaten
worden dus gefinancierd met leningen van EU-lidstaten met
handelsoverschotten. De zwakke EU-lidstaten bouwen daardoor buitenlandse
schuld op die bovenop de hoge overheidsschuld (rond de 100% of meer) komt
die deze lidstaten kennen. Het tweelingtekort is geboren.
In het eurogebied is er geen automatisch mechanisme dat tekorten en
overschotten van landen ten opzichte van elkaar corrigeert. De voorsprong
van sterke EU-lidstaten op zwakke EU-lidstaten zal dan ook niet verdwijnen,
maar er treedt een permanente verrijking van sterke lidstaten ten koste van
arme lidstaten op. Als de EU dan aan een lidstaat in nood, laten we zeggen
Italië, zou voorschrijven dat er flink bezuinigd moet worden, zou dat de
economische problemen van Italië alleen maar vergroten. De strikte
voorwaarden die volgens de Nederlandse regering voor het ontvangen van
EU-hulp zullen gelden, zijn dus ongeloofwaardig.
Dat bleek afgelopen maand al toen de strafprocedure tegen Italië werd
gestaakt door de Europese Commissie, terwijl het evident was dat de
Italiaanse overheidsschuld niet houdbaar was bij het verwachte
begrotingstekort. Minister Hoekstra heeft daar in de vergadering van
Europese ministers van financiën op 21 en 22 januari bezwaar tegen gemaakt.
Als de enige minister kennelijk, waarmee het duidelijk is dat een overgrote
meerderheid van de EU-lidstaten niet aan strikte voorwaarden hecht. Het
EU-fonds waar op 4 december jl. toe werd besloten, zal dan ook geen
strikte, maar hoogstens zwakke voorwaarden stellen bij financiële transfers
naar zwakke lidstaten. Ze motiveren daarom zwakke lidstaten niet om hun
economie en hun overheidsbegroting op orde te brengen.
Geen alternatief
Het zou eerlijker zijn van de regering en vooral van minister Hoekstra als
hij zou toegeven dat de EU onontkoombaar afstevent op een transferunie waar
permanente financiële steun voor zwakke lidstaten wordt gefinancierd door
sterke lidstaten. Er is ook geen alternatief, tenzij de EU-lidstaten bereid
zouden zijn de ‘one-size-fits-all’ euro op te geven, zodat de zwakkere
lidstaten via automatische prijsdalingen van hun producten weer
concurrerend kunnen worden tegenover de sterkere lidstaten. Het is echter
duidelijk dat zeker de sterke lidstaten niet bereid zijn hun
‘concurrentievoordeel’ op deze wijze op te geven en liever de zwakke
lidstaten blijven onderhouden op kosten van hun eigen belastingbetalers. De
zwakke EU-staten willen al evenmin de euro opgeven, omdat dan de boodschap
zou zijn dat marktwerking van vrije wisselkoersen onevenwichtigheden tussen
de lidstaten zouden doen verdwijnen.
Conclusie
Zo houden de sterke en de zwakke EU-lidstaten elkaar in een wurggreep. De
sterke EU-lidstaten willen de euro niet kwijt omdat die euro hen welvaart
en rijkdom brengt. De zwakke EU-lidstaten willen de euro echter ook niet
kwijt, omdat zij zonder euro op zichzelf zijn aangewezen en vrijwel zeker
de hulp niet zouden krijgen die zij nu expliciet of impliciet wel krijgen.
Door de divergerende economische ontwikkeling bij het handhaven van de
euro, kan de EU niet anders dan een transferunie zijn.
Dit artikel is in kortere vorm verschenen in De Volkrant van 25
januari 2019 onder de titel “Geef gewoon toe dat EU afstevent optransferunie”
Te citeren als
Harrie Verbon, “De EU is onvermijdelijk op weg naar een transferunie”,
Me Judice,
28 januari 2019.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding '
Gone with the wind' door '
Theo_Reth'