Regeerakkoord
Blikvanger bij de maatregelen van Rutte III voor de woningmarkt is het
voorstel om de zogenoemde wet-Hillen af te schaffen.
VVD-mastodonten
spreken zelfs over een aflosboete. Het is echter essentieel om de
maatregelen van het nieuwe kabinet voor de woningmarkt in samenhang te
bezien. Van groter belang zijn de voorgestelde sociale vlaktaks en de
verlaging van het eigenwoningforfait. Ook is het belangrijk dat maatregelen
worden genomen om de aanbodkant van de woningmarkt te verbeteren.
In 2013 werden de eerste maatregelen genomen tegen de hoge Nederlandse
hypotheekschuld en het gegeven dat veel huishoudens een aflossingsvrije
hypotheek hebben. Houders van nieuwe hypotheken werden verplicht om
annuïtair af te lossen.
[1]
Ook werd het marginale tarief waartegen de hypotheekrente maximaal mag
worden afgetrokken in box I sinds 2014 jaarlijks verlaagd met 0,5
procentpunt. Het duurt echter bijna 30 jaar voordat men op het tarief van
de eerste schijf is. Dat is erg lang, ook in het licht van het gegeven dat
de woningmarkt aan de vraagzijde tekenen van overspannenheid vertoont.
Vooral de Randstedelijke woningmarkt draait nu als een tierelier.
[2]
We zien prijsstijgingen van 20% in een jaar tijd. De lage rente is daarbij
behulpzaam, maar dit is niet zonder risico’s. Schuldenaren met hoge
hypotheken komen in de problemen als de rente stijgt. Voordat we er erg in
hebben is een nieuwe bubbel gecreëerd.
Bevorder aflossen hypotheek
Daarom is het belangrijk dat het nieuwe kabinet maatregelen neemt om het
aflossen verder te bevorderen. De prikkel om af te lossen wordt echter niet
of nauwelijks door het eigenwoningforfait beïnvloed. Dit geldt eveneens
voor de wet-Hillen, die bepaalt dat huiseigenaren met een (bijna) afgelost
huis hun eigenwoningforfait niet (of slechts gedeeltelijk) hoeven mee te
rekenen bij de belastingen. Bijna 0,6 miljoen belastingplichtigen maken
gebruik van deze regeling. Invoering destijds in 2005 werd beargumenteerd
vanuit rechtvaardigheid. Men vond het onwenselijk dat huiseigenaren een
eigenwoningforfait moesten betalen zonder dat daar een renteaftrek
tegenover stond.
De budgettaire derving van de wet-Hillen is op dit moment € 650 miljoen,
maar dit bedrag zal in de toekomst fors gaan oplopen. Dit komt ook doordat
steeds meer leningen annuïtair afgelost worden. Voor de woningmarkt is de
wet-Hillen dus van ondergeschikt belang en het effect op aflossen zal
steeds kleiner worden. Het is dan ook verstandig om niet met afschaffing te
wachten tot steeds meer mensen hiervan gebruik maken.
Overigens moet de reikwijdte van deze afschaffing voor ouderen met een
klein aanvullend pensioen niet worden overdreven. Omdat het nieuwe kabinet
ook het eigenwoningforfait wil verlagen betekent dit voor een huis van 2
ton slechts € 15 euro per maand.
[3]
Gezien de overgangstermijn van 30 jaar betekent dit nog geen een halve euro
per maand. Hierbij is nog niet meegerekend de forse lastenverlichting, die
men voor ogen heeft. Het lijkt dan ook onnodig om de overgangstermijn tot
30 jaar te verlengen en voor die lange duur de belastingdienst met extra
lasten op te zadelen.
Versterking vraag- en aanbodzijde woningmarkt
Voor de woningmarkt is de invoering van een sociale vlaktaks in de
inkomstenbelasting van veel groter belang. Uit de plannen blijkt dat het
aantredende kabinet een vlaktakstarief van circa 37% wil bewerkstelligen,
dat voor het merendeel van de belastingplichtigen opgaat. Voor hogere
inkomens komt er een extra heffing van 12,5 procentpunt op het inkomen in
box I, die geldt vanaf een inkomen van circa € 70.000. Voor deze groep
geldt dan geen vlaktaks in de letterlijke zin van het woord, maar daar
staat tegenover dat het om minder dan 5% gaat. Essentieel is dat de
hypotheekrenteaftrek tegen het vlaktakstarief plaatsvindt en niet zoals nu
tegen maximaal 50%.
[4]
In principe is dit uiteindelijk het doel van de maatregel die door Rutte II
is genomen maar het gebeurt nu in vier jaar en er staat lastenverlichting
tegenover voor deze groep. Deze lagere aftrek voor hypotheken mitigeert de
fiscale overbelening voor het eigen huis. Dit zal de werking van de
woningmarkt aanzienlijk verbeteren.
Ook ligt het voor de hand om maatregelen te nemen aan de aanbodzijde,
waardoor sneller woninglocaties beschikbaar komen door bijvoorbeeld weinig
aantrekkelijke winkellocaties een woonbestemming te geven en het
restrictieve erfpachtsysteem in de hoofdstad af te schaffen.
[5]
Met een dergelijk pakket wordt de woningmarkt veel toekomstbestendiger.
* Dit artikel is in verkorte vorm verschenen in Het Financieele Dagblad van 12 oktober 2017.
Voetnoten:
[1]
Voor het oude regime met aflossingsvrije hypotheken is een
overgangstermijn van 30 jaar afgesproken. Dit lijkt onwenselijk.
Het leidt tot een langdurige ongelijkheid tussen insiders en
starters en zal administratief steeds moeilijker uitvoerbaar (bij
scheidingen, etc.) zijn. Het is bovendien weinig geloofwaardig dat
het oude systeem voor 30 jaar kan worden vastgelegd bij wet (er is
ook geen wettelijke precedent) (zie ook Gradus, 2012).
[2]
Volgens recente gegevens gaat in Amsterdam op dit moment al meer
dan 65 procent boven de vraagprijs weg.
[3]
In de doorrekening van het CPB (2017) is aangegeven dat het EWF
tarief met 0,15% wordt verlaagd. Dit impliceert dat voor de waarde
tussen € 12.500 en € 25.000 0,15 procent wordt bijgeteld, voor de
waarde tussen € 25.000 en€ 50.000 0,30 procent bijtelling, voor de
waarde tussen € 50.000 en € 75.000 0,45 procent bijtelling en boven
€ 75.000 0,60 procent bijtelling. Dit betekent voor een huis van
twee ton een jaarlijks EWF van € 937,50. Rekening houdend met het
marginale tarieven voor ouderen in de eerste schijf van 18,65%
betekent dit maandelijks een extra belastingheffing van 15 euro,
dat in dertig jaar wordt opgebouwd. Het tarief in de tweede schijf
(tot een belastbaar inkomen tot € 35.000) is overigens slechts
marginaal hoger. Voor een huis van vier ton gaat het om 33 euro per
maand, zodat er gegeven de opbouw in 30 jaar maandelijks iets meer
dan één euro extra aan belasting betaald moet worden.
[4]
In de systematiek van de sociale vlaktaks worden alle aftrekposten
tegen de vlaktakstarief afgerekend (zie Bovenberg en Gradus, 2011).
Voordeel is dat deze aftrekposten het karakter krijgen van een
heffingskorting. Ook in het Regeerakkoord staat dit voornemen
(m.u.v. de omkeerregel).
Te citeren als
Raymond Gradus, “Bezie maatregelen Rutte III voor woningmarkt in samenhang”,
Me Judice,
12 oktober 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Regeerakkoord gelijk gelezen’ van Minister-president Rutte (CC BY 2.0).