Milieudoelen worden niet gehaald
Afgelopen week vierde de Club van Rome het veertigjarig bestaan. Hoewel, er viel helemaal niets te vieren. Het Planbureau voor de Leefomgeving bracht twee weken geleden het rapport Milieubalans 2009 uit. Dit bracht slecht nieuws: de milieudoelen voor 2020 worden bij lange na niet gehaald. Alleen door het milieubeleid aanzienlijk te intensiveren of fundamenteel te herzien kan de regering de nagestreefde milieudoelen, zo van levensbelang voor de toekomstige generaties, dichterbij brengen. En wat voor ons land geldt, gaat ook internationaal op, zo blijkt deze week uit het rapport Growing within limits. En in december is er dan de klimaattop in Kopenhagen.
Vlees eten schadelijk
Een belangrijke boosdoener is milieu-onvriendelijke voedselconsumptie. De productie van vlees, vis en zuivel is schadelijk voor de planeet, en we eten er zowel absoluut als relatief veel van. Het voedselpakket in het rijke Westen bevat driemaal zoveel vlees als het wereldgemiddelde. En onze vleesconsumptie leidt niet alleen tot een klimaatramp, maar ook tot honger: 80 procent van de landbouwgrond leidt, met dank aan de vleesconsumptie, tot 15 procent van onze calorie-inname.
Met de stijgende welvaart in de wereld zullen vleesconsumptie en -productie wereldwijd snel verder gaan oplopen, met alle gevolgen van dien. Voor oproepen aan India, Brazilië en China om minder te industrialiseren moeten we ons in het rijke Westen natuurlijk schamen: verbeter de wereld, begin bij jezelf. De Stichting Natuur en Milieu pleitte in reactie op het PBL-rapport voor een snelle invoering van een vleestaks: een milieubelasting op vlees van tenminste 2 euro per kilo. Het NOS-journaal besteedde aan die vleesbelasting meer aandacht dan aan het rapport zelf. Kijkers kregen te zien hoe een slager met zijn hakmes de Milieubalans 2009 in mootjes hakte.
Vleestaks?
Een vleestaks lijkt een effectieve en rechtvaardige oplossing. De vervuiler betaalt. Maar aan zo'n belasting kleven nadelen, juist wat betreft effectiviteit en rechtvaardigheid. Een taks op vleesconsumptie treft vooral de lagere inkomens. En het is nog maar de vraag of zo'n taks effectief is: misschien verschuift de vleesconsumptie van de dure biefstuk naar de goedkopere gehaktbal, en blijft de omvang ervan gelijk.
Voorlichten?
Campagnes dan maar, die oproepen tot ander gedrag? Dat is het voor de hand liggende antwoord van beleidsmakers en organisaties die zich inzetten voor het milieu. Soms optimistisch over de effecten, soms tegen beter weten in.Nadeel van zulke campagnes is niet alleen dat ze belastinggeld kosten, ze zijn ook nog eens nagenoeg ineffectief. En was dat maar alles, maar helaas: gedragseconomisch onderzoek laat zien dat het oproepen tot pro-sociaal gedrag vaak juist contraproductief is: het helpt niet bij mensen die zich niet uit zichzelf pro-sociaal gedragen, en het verdringt de intrinsieke norm bij de mensen die dat wel altijd deden.
Zou de VleesWijzer van Natuur en Milieu en Varkens in Nood helpen? Als we gedragseconomisch onderzoek naar de effecten van voedings- en calorie-informatie mogen geloven: niet of nauwelijks. Want als er ergens weinig calorieën in zitten is een bekend effect dat mensen er meer van eten. En ook Wijs Vlees is klimatologisch duur.
Wat dan? Zet de standaard
Hoe kunnen we mensen dan wel stimuleren anders te consumeren, en dan het liefste met behoud van keuzevrijheid? Onlangs zat ik in Den Haag aan bij een diner. Er was mij gevraagd om eventuele dieetwensen door te geven. Dat had ik, geïnspireerd door het rapport van het Planbureau, gedaan en mijn wens werd vervuld: vegetarisch. Ik moest mijn keus natuurlijk wel uitleggen aan de andere gasten: ben je vegetariër?! Die anderen hoefden vanzelfsprekend niet uit te leggen waarom zij vlees aten. Dat is nu eenmaal de sociale norm. Wil je daarvan afwijken, dan moet je dat doorgeven en uitleggen. Dat brengt psychologische kosten met zich mee. Sociaal-psychologen en gedragseconomen weten dan ook dat mensen zich sterk laten leiden door de standaard: wat je kiest als je niet kiest, oftewel wie zwijgt stemt toe. Uit luiheid, uit angst om af te wijken, en omdat de standaard wordt gezien als de norm.
Dat psychologische effect, in jargon 'default effect' genoemd, zou wel eens de uitweg uit de milieu- impasse kunnen worden. Overheid, geef het goede voorbeeld: laat uw lunch- en dinergasten doorgeven of ze nog dieetwensen hebben. In binnen- en buitenland. Carnivoor? Geef het door. Wie geen wensen heeft doorgegeven, krijgt een maaltijd zonder vlees. Dat op zichzelf heeft al een afremmend effect op de consumptie van vlees, maar het zou ook meer algemeen de sociale norm veranderen. 'Is er iemand carnivoor?' in plaats van 'Zijn er ook vegetariërs?' Zonder beperking van keuzevrijheid, zonder geldverslindende voorlichtingscampagnes, zonder vleestaks toch een gedragsverandering.
In dit systeem behoudt iedereen de vrijheid om vlees te eten. Het moeten doorgeven en uitleggen - het zijn psychologische kosten. Maar anders dan een vleestaks wegen die kosten niet zwaarder voor de lagere inkomens. Carnivoor? Geef het door. Simpel, goedkoop en niet betuttelend.
* Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad van 29 oktober 2009.
Te citeren als
Henriëtte Prast, “Vegetarisme moet de sociale norm worden, de vleeseter de uitzondering”,
Me Judice,
30 oktober 2009.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Le vegetarian restaurant’ van Ted Drake (CC BY-ND 2.0).