Calvinisme en kapitaal
In 1905 verscheen Max Webers Protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme. Daarin beschrijft Weber hoe met name het Calvinisme de handel en
de nijverheid bevorderde. Succes in de arbeid werd gezien als een teken van Gods uitverkiezing. De mens kon er niet op rekenen, maar door zich volledig in
te richten op de arbeid en daarin succesvol te zijn, kreeg de arbeidende mens een indicatie over zijn of haar voorbestemming.
De aansporing die uitgaat van Gods genade vormt in onze geseculariseerde economie nog maar mondjesmaat de grondslag voor ons arbeidzame handelen. De
prikkels zijn gewijzigd en hangen inmiddels vooral samen met financiële drijfveren, loopbaanperspectief of innerlijke motivatie. Toch lijkt er meer te zijn
dat ons drijft in dit ondermaanse, zo bleek recentelijk tijdens een symposium van de Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO).
FMO is de Nederlandse ontwikkelingsbank die voor 51 procent wordt gecontroleerd door de staat. Het doel van FMO is het financieren van bedrijven en
financiële instellingen in opkomende en zich ontwikkelende markten met het oog op het scheppen van duurzame economische groei en het verbeteren van de
kwaliteit van het leven van de burgers in deze landen.
Bankieren voor een betere wereld
Het symposium ‘Bankieren voor een betere wereld’, dat werd georganiseerd ter gelegenheid van het afscheid van haar CEO, Nanno Kleiterp, stelde de
noodzaak tot economische verandering centraal. Het “dubbelgrijs” – als er überhaupt nog sprake was van enig haar – van de overwegend mannelijke
uitverkozenen besprak de voortgaande klimaatverandering en het bevorderen van duurzame economische groei in ontwikkelingslanden. Ons klimaat duldt namelijk
geen uitstel en de groeiende wereldbevolking plaatst ons voor uitdagingen op het vlak van natuur, milieu, maatschappij, cultuur en bovenal onderlinge
wedijver. Het is dan ook niet verrassend dat de focus lag op de implementatie van de VN duurzaamheidsdoelstellingen – beter bekend als de
Sustainable Development Goals, kortweg SDGs. De doelen richten zich onder meer op het tegengaan van klimaatverandering, het bestrijden van honger, de
toegang tot water, gezondheidszorg, educatie, een adequate infrastructuur, of het bevorderen van gelijke rechten.
Gezamenlijke doeleinden, verschillende geesten
De financiële wereld heeft momenteel veel aandacht voor de SDGs en voor het bevorderen van duurzaamheid door haar investeringen. Een indicatie voor de
belangstelling voor duurzaamheid van vermogensbeheerders en de eigenaren van dat vermogen, vormt de groei van het aantal ondertekenaars van de Principles
for Responsible Investing (PRI). De organisatie kent momenteel meer dan 1500 leden die gezamenlijk meer dan 60.000 miljard dollar controleren. Zo wijst een
van de leden, Blackrock CEO Laurence Fink, met bijna 5.000 miljard dollar vermogen onder beheer, inmiddels op de noodzaak te investeren in een koolstofarme
economie. De brede steun voor het Parijse klimaatakkoord wijst in dezelfde richting.
Misschien is het inderdaad nog niet te laat en redden we het vege lijf van de manifeste dreiging die uitgaat van de sterke bevolkingsgroei of de
verandering van het klimaat. We lijken een vlucht lemmingen die op het laatste moment – wonder boven wonder – van koers verandert. Toch is het de vraag of
we daarbij moeten varen op het kompas van Blackrock, een exponent van het aandeelhouderskapitalisme. Doen we er niet verstandiger aan te luisteren naar het
tegengeluid van FMO? Met haar relatief geringe vermogen onder beheer van bijna 9 miljard Euro legt de bank weinig gewicht in de wereldweegschaal van
maatschappelijke welvaart. Desondanks heeft de ontwikkelingsbank invloed door scherp oog te hebben voor de belangen van een breed scala van stakeholders. Willen we de
problemen van het kapitalisme structureel aanpakken, dan zet ik mijn geld liever in voor de ontwikkelingen die FMO financiert. Het investeren in financiële
instellingen, landbouw, energie en de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf in opkomende economieën is geen geitenwollen sokken gedoe. Het levert
naast maatschappelijk rendement ook een goed financieel rendement op.
Toch waart er een heel andere geest door FMO dan door Blackrock als het gaat om het aanpakken van de duurzaamheidsdoeleinden – een geest van een vernieuwd kapitalisme. Die geest kenmerkt zich door een luisterende houding, een open communicatie, vertrouwen in medewerkers en
partners en een integrale aanpak van ontwikkelingsfinanciering. Dat is een verademing in de financiële sector. Het is deze geest die Nanno Kleiterp in de
afgelopen acht jaar heeft geïntroduceerd, met een focus op daden en concrete bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen. Misschien nog belangrijker is de wijze
waarop de doelen worden bereikt – met een persoonlijke, menselijke touch. De achterblijvende organisatie is daarmee uitstekend gepositioneerd voor de
toekomst. In de hele wereld treft men maar een beperkt aantal financiële instellingen aan die net als FMO op integrale wijze uitvoering geven aan de
duurzaamheids- en ontwikkelingsdoelstellingen. Daarbij is de kans dat zij wedijveren om als beste uit de bus te komen gering. Waarschijnlijker is dat ze in
de geest van een vernieuwd kapitalisme elkaar eerder opzoeken om de gezamenlijke uitdagingen aan te pakken.
De geseculariseerde geest van het kapitalisme
Geheel in de lijn met Webers observaties over de drijfveren van het kapitalisme blijkt de geest ervan ook in de wereld van FMO nog springlevend. Wel
springen tenminste twee verschillen in het oog. Allereerst is de protestantse ethiek vervangen door humanistische of ecologische drijfveren. Die worden
gekenmerkt door een houding van respect: voor de mens, de natuur en de onderlinge interactie om de vraagstukken van onze tijd gezamenlijk op te lossen.
Daarnaast komt het oordeel over het succes van de inspanningen niet langer van God, maar simpelweg van onze kinderen en kleinkinderen. Zij zullen onze
generatie de maat nemen over de wijze waarop wij zijn omgegaan met hun toekomst en de daarbij in het geding zijnde belangen. Net zoals de Calvinisten niet
op voorhand konden rekenen op Gods genade, zo kan onze generatie niet verzekerd zijn van een positief oordeel over ons doen en laten door de toekomstige
generaties.
Net als FMO kunnen we er echter wel op anticiperen. In het jargon heet het dan dat FMO een bank is die gericht is op de stakeholders en niet primair op de
aandeelhouders. Met verenigde middelen en een heldere focus richt zij zich op het terugdringen van de koolstofuitstoot en het versterken van de lokale of
regionale economie in ontwikkelingslanden – zowel binnen de landsgrenzen als daarbuiten. Kom daar bij Blackrock eens om. Naast, onder meer, Triodos,
Oikocredit, Triple Jump en ACTIAM Impact Investing heeft FMO dan ook een belangrijke katalyserende werking in het realiseren van ontwikkeling – en daarbij een bijdrage
te leveren aan de vooraanstaande positie die Nederland in dit veld inneemt.
Te citeren als
Harry Hummels, “Ontwikkelingsbank FMO en de geest van een vernieuwd kapitalisme”,
Me Judice,
26 september 2016.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
Swapping aid for trade in northern Uganda’ van DFID - UK Department for International Development (
CC BY 2.0)