Een recept uit de jaren ‘80
Nederland heeft een inmiddels 30-jaar oude traditie van loonmatiging als antwoord op economisch mindere tijden. Ook nu roepen veel partijen op tot loonmatiging, sommigen alleen bij ambtenaren en de gesubsidieerde sector, terwijl Bernard Wientjes namens VNO pleit voor een loonstop voor de hele economie. Loonmatiging was begin jaren 80 het perfecte recept, maar is nu juist contraproductief, loonsverhogingen zijn in de huidige situatie juist de uitweg uit de crisis. De loonmatiging doet in toenemende mate schade aan de Nederlandse economie.
Begin jaren 80 was de inflatie hoog. De oliecrisis, en het beleid om de lonen automatisch aan de inflatie aan te passen hadden het concurrerend vermogen van het bedrijfsleven zwaar negatief aangetast. De arbeidsinkomensquote stond boven de 85% en het bedrijfsleven maakte nauwelijks winst. De werkloosheid was hoog en stijgende. Ook had Nederland, door de slechte concurrentiepositie een handelstekort, die alleen door het exporteren van aardgas werd overbrugd. Met het akkoord van Wassenaar in 1982 kwam aan die situatie een eind. Werkgevers en werknemers kwamen een beleid van loonmatiging overeen, waarbij de overheid toezegde om de lasten te verlichten waardoor de koopkracht op peil bleef. Dat beleid luidde een lange periode van toenemende welvaart in die bijna 30 jaar duurde, bij elke economische dip sindsdien (’87, ’93, ’98, ‘03, ’08) is het instrument van loonmatiging opnieuw van stal gehaald.
Figuur 1: Arbeidsinkomensquote
Toelichting: de arbeidsinkomensquote vertoont een dalende trend, steeg deze vroeger naar 85% tijdens een recessie, nu is deze gepiekt op 81%, het CPB verwacht een daling naar 77% in 2017. Bron: CBS (tot 2009), CPB MEV 2013 en Analyse regeerakkoord (2010-2017)
Deze crisis is anders
De situatie aan het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw is echter radicaal anders dan nu. Het concurrerend vermogen van het Nederland bedrijfsleven is nu zeer sterk. De export van Nederland bereikt elke maand nieuwe records en het handelsoverschot is inmiddels 7,5% van het BBP en het overschot op de lopende rekening zelfs 13% van het BBP, beide nieuwe records. Ook de winstgevendheid van het bedrijfsleven is goed en de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen is sinds 2008 sterk verbeterd.
Figuur 2: Handelsbalans Nederland
Toelichting: (a) 'inkomens' betreft hier primaire inkomens en inkomensoverdrachten. Het resultaat van de loonmatiging is een alsmaar verbeterende concurrentiepositie en steeds hogere overschotten, het CPB voorspelt een verder stijging naar meer dan 11%. Bron: CPB, Macro Economische Verkenning 2013
Het gebrek aan economische groei in Nederland op dit moment heeft dan ook niets te maken met de internationale concurrentieverhoudingen of de kracht van het Nederlandse bedrijfsleven, die zijn allebei heel sterk. De groei in Nederland is matig, omdat de binnenlandse bestedingen, zowel van burgers als bedrijven sterk achterblijven.
De terughoudendheid van de Nederlandse consument is enerzijds te verklaren uit alle onzekerheden die spelen op het gebied van pensioenen, huren, hypotheekrenteaftrek en woningmarkt, maar dat is niet het enige, ook de loonmatiging speelt hier een negatieve rol. Sinds 2001 zijn de reële lonen nauwelijks gestegen, en de laatste twee jaar gaat het hard. De lonen stijgen zoveel langzamer dan de inflatie dat de koopkracht in de laatste 3 jaar met ruim 2% gedaald is. De koopkracht daalde, maar de huren en rentelasten stijgen, waardoor er voor andere bestedingen steeds minder over is. Er is sprake van schulddeflatie, bestaande verplichtingen van burgers worden in reële termen steeds hoger en steeds meer huishoudens kampen met betalingsproblemen. Met de nullijn voor ambtenaren, politieagenten en het onderwijs voor de komende jaren wordt dat effect steeds groter waardoor de binnenlandse bestedingen verder afnemen.
Figuur 3: Ontwikkeling loonkosten, inflatie en arbeidsproductiviteit
Toelichting: de mutatie in totale loonkosten inclusief pensioenen en werkgeverslasten vergeleken met inflatie en arbeidsproductiviteit. Op de wat langere termijn moeten deze ongeveer gelijk opgaan. In 10 van de 12 jaar bleef de loonstijging achter. Bron: CBS
Ook de bedrijfsinvesteringen dragen negatief bij aan de economische groei. Bedrijven investeren momenteel weinig in Nederland. Enerzijds is dat gekoppeld aan de slechte woningmarkt en de daaraan gekoppelde terugval in de bouw. Anderzijds is dat gekoppeld aan de terughoudende consument, bedrijven die vooral op Nederland gericht zijn gaan niet investeren in een land waar de consument nog jarenlang de hand op de knip moet houden. Bedrijven zijn sinds 2000 vooral aan het sparen.
Ervaringen in Duitsland
In Duitsland stond de economie er in 2011 net zo voor als in Nederland, sterke export, sterk bedrijfsleven, lage werkloosheid, maar zwakke consumentenbestedingen. In Duitsland hebben ze echter andere keuzes gemaakt. De Duitse minister van Financiën Schauble riep vakbonden en werkgevers in 2011 op om de lonen fors te laten stijgen en de Duitse overheid gaf daarbij het goede voorbeeld. In april 2012 werd daar een cao voor ambtenaren afgesloten waarbij de lonen in 18 maanden met 6,3% stijgen. En de private sector volgt, de meeste cao’s die nu in Duitsland worden afgesloten kennen een loonstijging van rond de 4% in 2012. Mede daardoor kent Duitsland in 2012 een naar omstandigheden redelijke economische groei.
Loonstijgingen in de economisch sterke landen heeft ook een Europese dimensie, de problemen in Spanje, Ierland, Portugal en Griekenland komen mede voort uit de grote tekorten van deze landen op hun handelsbalans. Die onbalans kan worden opgelost door de lonen in de periferie te verlagen, of door de lonen in de sterke landen te verhogen. Beide gebeurt, met uitzondering van Nederland.
Loonmatiging is alleen goed beleid bij een zwakke internationale concurrentiepositie. Loonmatiging heeft nu dan ook een averechts effect, het verzwakt de toch al zwakke kanten van de Nederlandse economie, terwijl het nauwelijks nog toevoegt aan de al zeer sterke exportindustrie.
Figuur 4: Loonmatiging in Nederland
Toelichting: in 10 van de afgelopen 12 jaar was er sprake van loonmatiging, cumulatief over de laatste 12 jaar is er sprake van 10,3% loonmatiging. Bron: CBS
Aanbevelingen Europese Commissie
Eind 2012 komt de Europese Commissie met een nieuw rapport in het kader van de zogenaamde ‘Macro-economic Imbalance Procedure’. Deze vormt de basis van aanbevelingen die de Commissie in 2013 aan de lidstaten zal doen. Aanbevelingen die moeten worden opgevolgd, bij niet opvolgen kan een boete worden opgelegd. Volgens de Commissie gaan ze zich richten op excessieve overschotten op de lopende rekening. Dat is in Nederland het geval, excessief wordt gezien als hoger dan 6% en kleiner dan -4%. Nederland zit nu op 10%. Het is dan ook niet uit te sluiten dat de Commissie zal aanbevelen om de lonen te laten stijgen. En de Commissie is niet alleen, in het meest recente rapport van het IMF over Duitsland werd Duitsland geprezen om haar economische beleid, juist vanwege de loonstijgingen daar.
Hogere lonen zijn ook goed voor de schatkist, je verplaatst geld van de vennootschapsbelasting, met een effectieve druk van rond de 25% naar de Inkomstenbelasting en de BTW met een effectieve druk van rond de 45%. In Duitsland lijdt dat effect elk kwartaal weer tot belastingmeevallers.
In de huidige situatie zullen hogere lonen niet tot extra werkloosheid leiden. De bedrijfswinsten zijn hoog, de balansen sterk en het handelsoverschot bereikt steeds nieuwe records. De bestedingsimpuls die van hogere lonen uitgaat en de toegenomen draagkracht voor huren en hypotheken heeft juist een positief effect. Loonmatiging was een goed beleid in de jaren 80 en 90, en wellicht ook de afgelopen 10 jaar om de concurrentie met China aan te kunnen gaan. Maar de lonen in China zijn de afgelopen 10 jaar met 700% gestegen en het verschil in lonen is teruggelopen van 33 keer hoger in 2000 tot 4 keer hoger nu. Momenteel stijgen de lonen in China met 13% per jaar. In Duitsland, de belangrijkste handelspartner, stijgen de lonen met meer dan 3%. En in België, Denemarken, Frankrijk, Zweden liggen de lonen al hoger dan in Nederland. Het enige wat de economie in Nederland nog tegenhoudt is de zwakke koopkracht van consumenten en de hoge besparingen bij bedrijven die niet productief kunnen worden aangewend.
Figuur 5: Bruto besparingen en investeringen van niet-financiële bedrijven (%bbp op jaarbasis)
Toelichting: de verschuiving van lonen naar winsten leidt ertoe dat bedrijven sinds jaren '90 meer sparen dan investeren, het spaaroverschot van bedrijven neemt steeds verder toe tot 6% van het BBP nu. Core-EU bestaat uit Duitsland, Frankrijk, België en Italië. Bron: Raoul Leering, Guido Schotten, “De puzzel van het Nederlande spaaroverschot”, Me Judice, 2012
De loonmatiging is doorgeschoten, het is een onzichtbare en inmiddels schadelijke herverdeling van lonen naar winsten en van het binnenlandse bedrijfsleven naar het exporterende bedrijfsleven. En de export is belangrijk, 25% van de economie, maar de binnenlandse bestedingen met 45% van de economie is ook belangrijk. Overheid, geef het goede voorbeeld, werkgevers en werknemers, doe uw plicht.