Virtueel museum
Het virtuele economiemuseum is eindelijk klaar. Er zitten nog wat kleine
foutjes in – zo werkt op tablets nog niet alles even goed – maar die worden
heus wel opgelost. Het is klaar genoeg om te laten zien wat er van geworden
is, en wel met één muisclick; het economiemuseum.
Ik vind dat het een tof ding geworden is: mooie illustraties en leerzame
spelletjes. Of ik inhoudelijk de juiste keuzes heb gemaakt weet ik eerlijk
gezegd niet. Waarschijnlijk zou ik nu, anderhalf jaar later, andere
"museum-objecten" hebben gemaakt, maar het blijft een mooie mix van
onderwerpen. En bovendien zijn het de onderwerpen die ik heb beloofd.
Laat ik nog een keer uitleggen waarom ik het belangrijk vind dat er zoiets
als een economiemuseum is, en laat ik daarna mijn keuzes in het huidige
economiemuseum nog eens kort verantwoorden. Economie is een belangrijk en
boeiend vak dat ons allemaal raakt, maar dat moeilijker te verbeelden is
dan bijvoorbeeld natuurkunde, archeologie en biologie; die stuk voor stuk
talloze eigen musea hebben. Een probleem van de economische wetenschappen
is dat er nauwelijks tastbare zaken zijn om het vakgebied te illustreren.
De biologie heeft planten en dieren; de archeologie oude scherven, potten,
pannen et cetera; de natuurkunde heeft tastbare experimenten – moderne
wetenschapsmusea staan er vol mee – maar de economie heeft eigenlijk niks.
Behalve geld misschien, maar geldmusea zijn er wel, en die zijn toch echt
heel anders dan economiemusea. Vind ik. Feitelijk heeft de economie vooral
verhalen. Maar dan is het dús relevant een poging te wagen om die verhalen
te verbeelden, en dat is precies wat ik in het economiemuseum heb
geprobeerd.
Ingang
Het museum heeft zeven verhalen – of objecten, dingen, hoe je ze ook wilt
noemen – plus een ingang. Over die ingang ging een van de eerste stukjes
die ik in deze reeks voor Me Judice geschreven heb. Ik vond het beeld van
een "complexe wirwar" illustratief voor het gehele vakgebied. De begrippen
die in de economische wetenschappen worden gebruikt zijn niet bijzonder
complex. Sterker nog, de meeste leken hebben wel een beeld bij woorden als:
prijs, werkloosheid, welvaart, bedrijf, product en rente. Maar de
onderlinge samenhang tussen al die begrippen is wel complex. Een wirwar. Zo
ziet de ingang van het museum er dus uit.
Homo economicus
Het eerste "ding" gaat over de homo economicus. Een door niet-economen
verguisd begrip: "Denken die economen nou werkelijk dat mensen te
beschouwen zijn als rationele utiliteits-maximaliseerders?" Maar het is
helemaal niet zo'n dom idee, heb ik proberen te laten zien in dit onderdeel
van het museum. En bovendien gebruikt jan-en-alleman regelmatig, onbewust,
de homo economicus als model voor mensen die hij of zij niet kent. Daar is
niks vreemds aan. Om dit te laten zien laat ik de bezoeker van het museum
een quizje maken. Ik heb voor deze vorm gekozen omdat ik wil dat de
bezoeker zelf iets doet. Hij moet zelf laten zien en erachter komen dat-ie
in wezen ook de homo economicus als model gebruikt.
Specialisatie
Het tweede onderwerp gaat over specialisatie. Het is in dit project het
eerste ding wat we gemaakt hebben. "We" omdat ik voor dat hele museum heb
samengewerkt met een programmeur, een redacteur en twee illustratoren. Het
was duidelijk nog aftasten. Eigenlijk had ik iets over comparatief voordeel
willen doen, maar het is blijven steken bij specialisatie. Het is een spel
dat tot doel heeft de bezoeker te laten ervaren – vandaar een spel – dat
het handig kan zijn om één ding goed te doen, in plaats van meerdere dingen
niet zo goed. Mits je kunt ruilen met anderen.
Waarde
Een centraal begrip is waarde – museum-onderdeel nummer drie. Economen gaan
daar vrij pragmatisch mee om. De waarde van het ene is altijd vergelijkbaar
met de waarde van het andere, vinden ze. Ik vind dat ook, en misschien dat
ik daarom aansluiting ervaar bij het vakgebied. Dat je de waarde van een
fiets kunt vergelijken met de waarde van een taart zal niemand verbazen.
Maar of je de waarde van een jaar langer of korter leven ook kunt
uitdrukken in termen van taarten? Toch kan dat, als je consequent bent,
ook. Dat wil ik de bezoeker laten ervaren, en ik heb ervoor gekozen
eenzelfde vorm te gebruiken als bij de homo economicus: via een eenvoudige
quiz komt de bezoeker erachter dat-ie, hoewel hij anders dacht, toch heus
kan aangeven hoeveel slagroomtaarten zijn leven waard is.
Markt
Het meest omvangrijke en ingewikkelde ding is nummer vier: over de markt.
Het bestaat uit twee onderdelen een "ervaar-onderdeel" en een
"uitleg-onderdeel". Vandaar dat het eerste een spelletje is, en het tweede
een serie illustraties plus tekst. In het spel is de speler een koning die
al zijn onderdanen tevreden moet houden. Dat doet hij door spullen die
worden gemaakt onder hen te verdelen; en door aan te wijzen wie wat maakt.
Niet iedereen heeft dezelfde behoeftes – de ene wil meer taart en de ander
wil meer stoelen – en niet iedereen kan alles evengoed. De ene kan beter
taarten bakken, de ander beter stoelen bouwen. De koning weet echter niet
wie wat het beste kan en moet ondertussen goed opletten wie wat wil. Hij
staat voor een onmogelijke taak. Het lukt niet; is de ervaring die dit
spelletje geeft.
In de op het spel volgende serie geanimeerde illustraties is de koning weg,
en is er een nieuw begrip bijgekomen: prijs. Via prijzen en de werking van
een markt lukt het wel, en wordt het probleem van de koning "vanzelf"
opgelost.
Rente en geld
Onderdeel vijf en zes hebben beide dezelfde vorm. Het zijn geïllustreerde verhaaltjes. Het ene verhaal legt uit waar rente vandaan komt en het andere gaat over het wezen van geld. Ik heb beide verhalen al eens voor Me Judice opgeschreven en ik zal er dus geen woorden meer aan vuil maken. Behalve nog één ding: deze relatief eenvoudige vorm is misschien wel het meest effectief in het goed uitleggen van diepe en tegen-intuïtieve inzichten.
Kwantificering
Ten slotte object zeven, hoewel het ook het eerste object had kunnen zijn.
In deze bijzonder simpele "vergelijkings-tool" kun je een paar belangrijke
economische grootheden met elkaar vergelijken: Hoe lang moest een doorsnee
Nederlander in 1900 werken voor een paar schoenen? Hoe lang moet-ie dat nu?
En hoe lang werkt iemand uit Madagaskar voor een paar schoenen? Tussen de
regels door gaat het hier ook over groei. In Nederland hebben we het een
stuk beter dan een tijd(je) terug. We hoeven steeds korter te werken voor
van alles en nog wat, en hoewel we niet minder zijn gaan werken, kunnen we
ons voor hetzelfde werk wel meer dan vroeger permitteren. Iets wat ze in
Madagaskar niet kunnen zeggen.
Naast de vergelijking met andere landen en andere jaren had ik graag wat
vergelijkingen gemaakt met dieren. Hoe lang moet een konijn graven voor
zijn hol, als fractie van zijn totale levensduur, en hoe verhoudt dit zich
tot het aantal jaren dat wij moeten werken voor een huis? Maar het bleek te
ingewikkeld om relevante gegevens over dieren te vinden. Helaas.
Experiment
Het economiemuseum is een experiment. Een zoektocht naar beeldende vormen
om economie aan een breed publiek uit te leggen. Ik hoop dat het hier niet
bij blijft. Ik had graag het museum nog wat groter gemaakt, met een echte
museumwinkel waar je "economische curiosa" kunt kopen, en met nog meer
objecten, maar op een gegeven moment moet je iets afronden. Ik hoop dat het
mensen kan bekoren, en ik hoop vooral dat er ooit een echt economiemuseum
komt. Dat is uw vakgebied waard.
Bezoek nu het economiemuseum: klik hier
Te citeren als
Bas Haring, “Mijn economiemuseum: open 24 uur per dag”,
Me Judice,
18 september 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding: ingang economiemuseum Bas Haring