‘Off with his head’
Deze week zagen we een fraai staaltje leiderschapspolemiek in Australië: minister-president Tony Abbott werd per direct vervangen door partijgenoot Malcolm
Turnbull. Turnbull is daar inmiddels maar liefst de vierde premier in 2,5 jaar tijd, en moet opvallend genoeg niet het veld ruimen omdat de kiezers Abbott
zat waren, maar omdat Abbotts eigen partij vond dat het tijd was om de leider tussentijds te vervangen. In Nederland zien we een vergelijkbare
‘strijd’ om de leiderschapspositie binnen de PvdA, waar Felix Rottenberg als voorzitter van de zoekcommissie voor kandidaten voor de Tweede Kamer moest
terugtreden omdat hij van mening was dat Diederik Samsom niet de geschikte leider was om de verkiezingen in 2017 mee in te gaan, en
de behoefte uitsprak aan een nieuwe leider zolang die maar Asscher heette
. Politiek leiders staan steeds meer onder druk om te presteren: was de gemiddelde termijn van een politiek leider in de periode voor 1960 gemiddeld 8,1
jaar, in de jaren ’80 en ’90 daalde dit al naar 6,1 jaar en voor de periode ’00 en ’10 lijkt deze trend zich door te zetten (Horiuchi, Laing & ’t Hart,
2015).
Zinloze acties in de kleedkamer
Maar is het verstandig om de politiek leider tussentijds te vervangen als bijvoorbeeld de peilingen slecht zijn? Uiteraard is de gedachte dat de nieuwe
leider met aansprekende ideeën komt, en met nieuw elan en het nodige charisma wél electoraal succes weet te bewerkstelligen. Leidt met andere woorden de
vervanging van de politiek leider ook tot betere peilingen en vervolgens dus ook tot betere prestaties? Daarover is hoegenaamd geen systematisch bewijs,
ook al omdat politiek succes van tal van externe factoren afhangt. Maar mogelijk valt er het nodige te leren van twee andere domeinen waarin leiders ook
met regelmaat vervangen worden: de sportwereld en het bedrijfsleven. Als er ergens namelijk snel naar de coach wordt gekeken zodra de prestaties
tegenvallen, dan is het in de sportwereld, en het voetbal is daar bij uitstek een voorbeeld van. Zo werd recent FC Twente-coach Alfred Schreuder al na 4
duels ontslagen wegens wanprestatie van het elftal. Maar opvallend genoeg laat het onderzoek naar tussentijdse leiderschapswisselingen in deze context zien
dat dit over het algemeen niet leidt tot significant betere resultaten (zie Ter Weel (2011), en voor een overzicht zie Koning (2013)). Het heeft dus weinig zin om de
leider te vervangen.
…en hoe zit dat in de directiekamer?
CEO’s in het bedrijfsleven gaan gemiddeld genomen langer mee dan voetbaltrainers maar tussentijds – en soms zeer vroegtijdig - opstappen is ook daar geen uitzondering, denk aan het ontslag van Camiel Eurlings bij KLM eind vorig jaar of het
gedwongen vertrek van Timo Huges bij de NS. Evenals bij sporttrainers en coaches is er in de context van organisaties het nodige onderzoek gedaan naar het,
al dan niet voortijdig, vervangen van de leider. En hier zien we wel een significante relatie tussen het functioneren van een CEO en de prestatie van de
organisatie. Er is allereerst een verband tussen bedrijfsprestatie en de turnover van CEO’s: zodra een organisatie relatief slecht presteert,
wordt de waarschijnlijkheid van een CEO -wissel significant groter (Kaplan & Minton, 2012). Het omgekeerde effect – het aantrekken van een nieuwe CEO
leidt tot betere prestaties – is minder eenduidig aangetoond (zie voor een overzicht Kind & Schlapfer, 2011). Zo is er nogal een verschil in effect op
bijvoorbeeld de aandelenkoers wanneer de nieuwe CEO van binnen of van buiten de organisatie komt: vooral een buitenstaander kan rekenen op een flinke
stijging in de aandelenkoers. Opvallend genoeg is er ook een lange-termijn effect: de korte-termijn reactie van investeerders is een voorspeller voor het
lange termijn resultaat van de organisatie (Kind & Schlapfer, 2010). Meer algemeen weten we uit recent onderzoek dat ongeacht het land of de sector de
prestaties van een onderneming in sterke mate samenhangen met de kwaliteit van het management (Bloom, Lamos, Sadun, Scur & Van Reenen, 2014).
Wisseling van PvdA-leider wijs?
Wat betekent dit alles voor bijvoorbeeld de situatie van Samsom bij de PvdA? Dat hangt sterk af van de vraag of de politieke arena meer weg heeft van de
sportwereld of het bedrijfsleven. De analogie met de sportwereld doet vermoeden dat het vervangen van Samsom door een nieuwe leider uiteindelijk weinig uit
zal maken, maar de vergelijking met het bedrijfsleven laat juist zien dat het wel degelijk zinvol kan zijn om de politiek leider tijdig te vervangen. Dat
laatste lijkt waarschijnlijker. Uit onderzoek van Jones en Olken (2005) blijkt
namelijk dat leiderschap wel degelijk uitmaakt: een leiderswissel heeft inderdaad een significant effect op de economische groei van een land. De reden
waarom de invloed van politiek leiders meer op die van CEO’s dan op de invloed van voetbaltrainers lijkt, zou wel eens kunnen liggen in de vrijheidsgraden
van een politiek leider. Net als een CEO kan een politiek leider de koers bepalen en strategische keuzes maken, terwijl de maakbaarheid van het beleid door
een voetbaltrainer veel beperkter is, met een vast team en een gegeven competitie. Zo bezien heeft de Samsom-Asscher wissel alleen zin als Asscher ook in
de positie is om daadwerkelijk een andere koers te gaan varen, hetgeen als vice-premier niet erg voor de hand ligt.
Referenties
Bloom, N., R. Lamos, R. Sadun, D, Scur en J. Van Reenen (2014). " The New Empirical Economics of Management", CEP Occasional Paper, 41, Centre for
Economic Performance, London.
Horiuchi, Laing & ’t Hart, 2015. Hard Acts to Follow: Predecessor Effects on Party Leader Survival. Party Politics, Vol. 21, No 3, pp. 357-366, May 2015.
Jones, B.F., en B.A. Olken. 2005, "Do Leaders Matter? National Leadership and Growth Since World War II. The Quarterly journal of economics 120.3: 835-864.
Kaplan & Minton (2012). How has CEO turnover changed? International Review of Finance, 12:1, 2012: pp. 57–87.
Kind, Axel H. and Schläpfer, Yves, Are Forced CEO Turnovers Good or Bad News? (May 28, 2011). SSRN.
Ter Weel (2011).Does Manager Turnover Improve Firm Performance? Evidence from Dutch Soccer, 1986–2004. De Economist, 159, 279–303.
Te citeren als
Janka Stoker, Harry Garretsen, “Keer je het politieke tij met een nieuwe leider? Lessen uit de kleedkamer en directiekamer”,
Me Judice,
18 september 2015.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Congres Partij van de Arbeid’ van Partij van de Arbeid (CC BY 2.0)