Moreel verval
Het begon allemaal in de tweede helft van de 14de eeuw in Deventer. Grote zag het morele verval in de katholieke kerk met lede ogen aan en vond dat het tijd werd voor verandering. Met zijn familiekapitaal stichtte hij een aantal gemeenschappen waar volwassenen en kinderen konden leren lezen en schrijven. Deze gemeenschappen van Broeders (en ook Zusters) des Gemeenen Levens (BGL) ontstonden eerst in Deventer en Zwolle en daarna op verschillende plaatsen in Nederland. Op verschillende plaatsen in Deventer zijn op dit moment nog sporen te vinden van de BGL. Grote’s gezicht staat prominent op de gevel van wat vroeger de Latijnse school is geweest, naast de ingang van de Broederenkerk is een gedenkteken zichtbaar (“Aan den Vader der Moderne Devotie”) en zelfs de locatie van het eerste huis (Meester Geerthuis) wordt door een plaquette aangeven.
De BGL bleef opereren binnen de katholieke kerk en hun motieven waren religieus. Het waren een soort kloosters die, naast een religieuze functie, onderwijs verzorgden aan burgers. Arme vrouwen en kinderen die onderdak nodig hadden konden er ook terecht. De BGL voorzag in onderhoud door boeken te vertalen en te produceren voor onder andere de Latijnse school in Deventer. De leden hoefden geen gelofte af te leggen en leefden midden in de lokale samenleving.
De BGL kon ontstaan en groeien, doordat de beweging binnen de katholieke kerk opereerde. Er waren in de laat middeleeuwse periode meerdere mensen die in opstand kwamen tegen het morele verval in de kerk. Zij stapten uit de kerk en moesten dit vaak met excommunicatie of zelfs de dood bekopen. Maarten Luther is het bekendste voorbeeld. De publicatie van zijn stellingen tegen de handel in aflaten in 1517 markeerde het begin van de reformatie. Dit wekt de woede van paus Leo X die hem in 1521 uit de kerk verbande.
Boekproductie
De productie van geestelijke werken in Deventer kreeg vanaf het midden van de 15de eeuw een impuls doordat gebruik werd gemaakt van de boekdrukkunst. In de periode 1400-1600 was Deventer een van de belangrijkste boekdrukcentra van Noord-Europa. Van alle boeken die in het Nederland van toen werden gedrukt, kwam een kwart uit Deventer. Van alle verschillende boeken die in omloop waren in Europa werd bijna 30 procent (ook) in Deventer gedrukt.
Grote, die zelf onderwijs had genoten aan de Latijnse school in Deventer, vertaalde de Bijbel in het Nederlands, zodat burgers die zelf konden lezen. In zijn preken spoorde hij mensen aan een eenvoudig en godvrezend leven te lijden. Doordat burgers leerden lezen werden ze zich ook beter bewust van de kerkelijke regels en voorschriften. Daarnaast werden burgers die konden lezen en schrijven economisch zelfstandiger, waardoor meer handel werd gedreven. Deze economische zelfstandigheid maakte repressie tijdens de Spaanse overheersing extra pijnlijk. De beweging die zo ontstond is van grote invloed geweest op grote denkers als Thomas a Kempis en Desiderius Erasmus, maar ook op religieuze leiders zoals paus Adrianus VI (de enige Nederlandse paus) en Maarten Luther.
Geletterdheid als bron van economische ontwikkeling
Vanuit een economische invalshoek zijn de investeringen die door Geert Grote in gang zijn gezet om drie redenen interessant. Ten eerste was de geletterdheid in de steden waar een BGL-gemeenschap is gesticht rond 1600 significant hoger dan in andere steden in Nederland. Ook werd het onderwijs geïnstitutionaliseerd. Het systeem van acht klassen en het onderwijzen van taal en rekenen is door de BGL in Europa geïntroduceerd. Uit analyses met historische data blijkt dat dit een causaal verband is en dus niet het gevolg van het stichten van gemeenschappen in steden waar al meer mensen konden lezen of schrijven of waar al meer scholen waren. Ook werden in deze steden meer boeken geproduceerd in de periode voor 1500. Deze effecten zijn niet het gevolg zijn van een grote lokale vraag naar onderwijs, de welvarendheid van een stad of handel via de Hanzeroutes.
Ten tweede vinden we dat de bevolking in steden waarin de BGL aanwezig was sneller groeide dan in andere steden in de periode 1400-1560. Stedelijke groei is een veelgebruikte maat voor economische groei in deze periode. In de Middeleeuwen groeide het bevolkingsaantal als de steden rijker en welvarender werden. Wanneer we naar de groei van de steden voor 1400 kijken, vinden we geen verschillen in bevolkingsgroei. Het lijkt er dus sterk op dat de aanwezigheid van de BGL heeft geleid tot meer economische voorspoed. Deze economische voorspoed werd gedreven door de investeringen in onderwijs. Het belang van onderwijs om economische groei te bevorderen deed dus al opgeld in de Middeleeuwen.
Maatschappelijke onrust
Ten slotte zijn geletterde mensen kritische burgers. Erasmus schreef in een van zijn brieven dat er nergens in Europa zoveel geschoolde burgers waren als in Nederland. Ook Vicente Alvarez (een gezant van prins Philip) meldde in zijn aantekeningen tijdens een bezoek aan Nederland dat hij onder de indruk was van de geletterdheid van de bevolking. De Spanjaarden, die met harde hand in Nederland regeerden in de 16e eeuw, waren niet gerust op de situatie in Nederland. Toen in 1566 de Beeldenstorm door Nederland raasde, werd duidelijk zichtbaar dat de bevolking het juk van de onderdrukkers zat was. Vooral in de noordelijke helft van Nederland kreeg de Beeldenstorm een structureel karakter. In reactie hierop stuurden de Spanjaarden generaal Alfa die in verschillende steden een Raad van Beroerten oprichtte. Dit gebeurde vooral in de steden waar de BGL aanwezig was. Ook het instellen van extra belastingen in het welvarende Nederland (de Tiende Penning) om het Rijk in stand te houden, zette kwaad bloed bij de bevolking.
Uiteindelijk resulteerde de onrust in de Opstand van 1572, die het begin markeerde van de Republiek. Het startschot werd gegeven door de geuzen die Brielle innamen, maar allengs kwamen vanuit Duitsland Willem van Oranje en zijn troepen om Nederland te bevrijden. Wat opvalt, is dat steden waarin de BGL gemeenschappen had gesticht significant vaker en eerder deelnamen aan de opstand. Vanuit een economische invalshoek is dat te begrijpen, omdat de repressie en de hoge belastingen een grotere last zijn voor hoger opgeleide mensen.
Afnemende invloed
Rond de opstand neemt de invloed van de BGL af. Het gedachtegoed was gemeengoed geworden in Europa en veel broeders raakten beïnvloed door de reformatie. Samen met de eis van paus Pius V dat de huizen moesten worden omgedoopt tot reguliere kloosters leidde dit tot het einde van de beweging. Niettemin stond de BGL aan het begin van de hoge mate van geletterdheid in Nederland, dat een sterke groei van de economie voorafgaand aan de Gouden Eeuw tot gevolg heeft gehad. En ook aan het begin van de sociale vernieuwing die maakte dat Nederland onder het juk van de Spanjaarden kon uitkomen en een van ’s werelds grootmachten kon worden in de 17de eeuw.
Dat allemaal dankzij een man die in de 14de eeuw besloot dat mensen zelf maar eens de Bijbel moesten lezen om een goed leven te kunnen leiden.
Referentie
Akçomak, I.S., D. Webbink en B. ter Weel, Why Did the Netherlands Develop so Early? The Legacy of the Brethren of the Common Life, CPB Discussion Paper No. 228.
Te citeren als
Semih Akçomak, Dinand Webbink, Bas ter Weel, “Geert Grote’s onderwijsrevolutie bracht Nederland economische voorspoed”,
Me Judice,
24 januari 2013.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Benno Meulenbelt