Ondoordacht
Het voorstel van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst om post- en koeriersdiensten, schoonmaak en beveiliging voortaan in te besteden bij de overheid en daarmee 5000 extra ambtenaren aan te stellen is niet alleen broodroof voor private partijen, maar is ook duurder en geeft het verkeerde signaal (noot 1). Dat een liberale minister met een dergelijk voorstel komt verbaast ons des te meer.
Het voorstel en de onderbouwing ervan rammelen in onze ogen aan alle kanten. Volgens de minister is zijn stap nodig om een nuttige rol als sociaal werkgever te kunnen spelen. Maar dit suggereert dat hij de enige is die deze rol kan spelen, terwijl hij in de bijlagen van zijn brief de loftrompet steekt over de schoonmaak- en glazenwasserbranche met de Code Verantwoordelijk Marktgedrag en hun sociaal werkgeverschap. Terecht, maar waarom dan die taak overnemen?
Ook de redenering dat zijn voorstel noodzakelijk zou zijn om meer vaste banen te creëren aan de onderkant van de arbeidsmarkt rammelt. Immers, door de korte duur van de contracten en doordat louter op prijs geconcurreerd wordt, hebben private partijen weinig mogelijkheden om vaste contracten aan te bieden. Door het aanbesteden van langere contracten en een betere omschrijving van het te leveren product kan dus eenvoudigweg hetzelfde bereikt worden. De minister onderkent dit ook door voortaan voor de uitbestede zaken een langere contractduur mogelijk te maken, maar geeft niet aan waarom deze oplossing niet volstaat voor de in te besteden activiteiten.
Ook Bloks mededeling dat de belastingbetaler niet op extra kosten wordt gejaagd mist iedere grond. In de businesscase lezen wij doodleuk, '… dat de noodzakelijke kwaliteitsverbetering bij inbesteding tot meerkosten van 30 procent leidt …', waarbij nog geen rekening is gehouden met de extra overhead, de duurdere cao en de noodzakelijke transitiekosten. Kortom, behalve private partijen is ook de belastingbetaler de dupe van deze collectiviseringsactie van minister Blok. Men kan zich zelfs afvragen of werknemers die worden inbesteed zoveel profiteren van deze stap van de minister voor de Rijksdienst. Uiteraard lijken de verlokkingen van de ruime bovenwettelijke regelingen en een rigide ontslagsysteem, dat het ambtenaarschap met zich meebrengt, aantrekkelijk, maar dit leidt ook tot ‘gouden kettingen’ en daarom staan deze op dit moment ter discussie.
Te grote overheid
Maar het belangrijkste is misschien nog wel het volstrekt verkeerde signaal dat met dit voorstel wordt afgegeven. Langzaam groeit het inzicht dat één van de grootste problemen van de Nederlandse economie de te grote overheid is. Het beslag van de overheid op de economie bedraagt meer dan 50% van wat we met elkaar verdienen, het bruto binnenlands product. Nederland heeft daarmee een van de grootste collectieve sectoren van Europa. Vooral de ontwikkeling in de afgelopen jaren baart zorgen (zie Gradus en Beetsma 2013b). In tegenstelling tot Duitsland, en zelfs landen in Zuid-Europa, slaagt Nederland er — ondanks forse inspanningen om het begrotingstekort te verkleinen — niet in om het beslag van de overheid op de economie te verkleinen.
Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste worden bezuinigingen vooral ingevuld door lastenverzwaringen en niet door echte besparingen op de overheid. Ook het recente begrotingsakkoord verandert daar weinig aan.
In de tweede plaats hebben we de afgelopen jaren magere (of dit jaar zelfs negatieve) groeicijfers gerealiseerd. Dit steekt eveneens schril af tegen onze buurlanden en daaruit valt een belangrijke les te trekken. Zo wordt bijvoorbeeld in Duitsland meer aandacht besteedt aan ondernemerschap, R&D en innovatie in de rotsvaste overtuiging dat het productieve vermogen van de economie moet worden versterkt.
Het is helder dat een grote collectieve sector met hoge verstorende belastingen op vooral arbeid de Nederlandse economie en haar herstel in de weg zit (zie Gradus en Beetsma 2013a). Het enige mogelijke pad naar een langdurig herstel met voldoende internationaal concurrentievermogen is dan ook een forse krimp van de collectieve sector en daarbij behorende verlaging van de belastingen. Juist nu zouden we ons land weer aantrekkelijk moeten maken voor het ondernemerschap.
De heer Blok zou toch moeten weten dat het de private sector is waar uiteindelijk al onze uitgaven worden verdiend. Hij zou er dan ook goed aan doen om dit onzalige en slecht onderbouwde voorstel in te trekken.
Een kortere versie van dit artikel is eerder gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 22 oktober j.l.
Noten
1. Omdat veel van deze medewerkers in parttime werken, betekent dat 2500 fte overeenkomt met 5000 ambtenaren (zie voetnoot 2 kabinetsbrief) .
Referenties
Gradus, Raymond en Roel Beetsma (2013b), “Wel of geen loonmatiging een achterhaald debat”, MeJudice, 16 september 2013.
Gradus, Raymond en Roel Beetsma (2013a), “The Netherlands: in need of further reforms” in Vít Novotný (ed.), From Reform to Growth: Managing the Economic Crisis in Europe, Eburon Academic Publishers, blz. 295-312.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (2013), Lage loonschalen en in- en uitbestedingen, Brief aan Tweede Kamer, d.d. 11 oktober 2013.
Te citeren als
Raymond Gradus, Eddy van Hijum, “Blok ziet eenvoudig alternatief over het hoofd”,
Me Judice,
23 oktober 2013.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding