Afnemende productiviteit
Economische groei is hoger naarmate de productiviteit per werkende en het arbeidsaanbod hoger is. Dat aanbod is hoger als de beroepsbevolking groeit door
bevolkingsgroei, of als mensen eerder beginnen met werken, meer uren per week werken en later met pensioen gaan. Arbeidsaanbod zal de komende tijd ondanks
verhoging van de AOW leeftijd niet snel toenemen. Ook ingesleten patronen van deeltijdwerk van met name vrouwen zijn daar debet aan. Daarom richt ik me
liever op de arbeidsproductiviteit als groeimotor.
Het Nederlandse niveau van arbeidsproductiviteit ligt, internationaal gezien, hoog. Reden: een hoog opgeleide beroepsbevolking en een open economie.
Internationale concurrentie zorgt voor efficiëntieprikkels. Het probleem is dat de productiviteitsgroei al jaren afneemt. Hoe keren we die trend?
Het antwoord ligt in het onderwijs in combinatie met de arbeidsmarkt. We zijn gewend om eerst lang naar school te gaan, te studeren, dan te werken en tot
slot met pensioen te gaan. Tijdens het werkzame leven wordt wel iets aan scholing gedaan, maar het merendeel beperkt zich tot on the job training.
Een ‘leven lang leren’ is een mooie droom, die maar geen werkelijkheid wil worden. Zelfs al worden er meer dan duizend subsidiepotten tegen aangegooid,
werkenden volgen maar heel beperkt onderwijs.
Andere wegen, andere prikkels
Er zijn andere prikkels nodig. De verhoging van AOW-leeftijd naar 67 jaar en de koppeling aan levensverwachting bieden kansen. Tenminste als mensen zich
bewust worden dat ze meer carrières voor de boeg hebben en dat scholing geen luxe maar noodzaak is om tot je 67-ste (of langer) aantrekkelijk te
blijven op de arbeidsmarkt. Gokken op dat bewustzijn is me te risicovol.
Contracten voor het leven de deur uit
Daarom een ander voorstel. Laten we arbeidscontracten voor onbepaalde tijd afschaffen en de looptijd voor iedereen maximeren op 5 of 10 jaar. Tegen de tijd
dat het contract afloopt worden werkenden gedwongen om de balans op te maken: vind ik deze baan nog leuk? Ben ik nog even productief als een paar jaar
geleden? Welke vaardigheden mis ik? Ook de werkgever wordt bij de les gehouden. Als het contract afloopt, vraagt deze zich af: ben ik nog wel aantrekkelijk
genoeg als werkgever? Daag ik de werknemer nog wel genoeg uit? Biedt mijn bedrijf voldoende doorgroeimogelijkheden?
Op die manier worden werkenden voortdurend gestimuleerd om te investeren in hun arbeidsproductiviteit en blijven ze aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt. En
worden werkgevers gestimuleerd om ‘een leven lang leren’ te ondersteunen.
Het streven is niet langer baanzekerheid maar werkzekerheid. Het voorstel betekent niet dat het niet meer mogelijk zou zijn om een contract af te sluit met een kortere looptijd dan 5 of 10 jaar. Overigens zal de neiging om korte tijdelijke contracten af te sluiten afnemen als het alternatief van het vaste contract voor onbepaalde tijd is vervangen
door een contract met een maximale duur van 5 of 10 jaar.
Verder staat het de
werkgever en de werknemer vrij om na de looptijd een nieuw contract af te sluiten. Dat kan dan met nieuwe voorwaarden, waardoor meer flexibiliteit in
arbeidsvoorwaarden mogelijk wordt dan nu in het geval van een contract voor onbepaalde tijd bestaat.
Is het voorstel om het contract voor onbepaalde tijd
af te schaffen genoeg om de arbeidsmarkt vlot te trekken? Waarschijnlijk zal ook iets gedaan moeten worden aan de hoge kosten van arbeid, en dan met name
aan de risico's en kosten die de afgelopen jaren in toenemende mate bij werkgevers zijn komen te liggen (zie Baarsma en Heyma, 2014).
Voor die groepen die buiten de boot dreigen te vallen, zoals lager opgeleiden, werklozen of ouderen, kunnen vouchers soelaas bieden (Baarsma en Theeuwes,
2010). Daarmee kan door hen onderwijs worden ingekocht. Bekostiging kan onder andere uit het vrijgekomen budget na afschaffing van bestaande
subsidieregelingen en vanuit bestaande sectorale fondsen.
Tweedeling arbeidsmarkt
Tegelijk lost deze modernisering een pregnante herverdelingskwestie op. De verdeling van vaste banen is ongelijk. Jongeren hebben minder vaak een vaste
baan, ouderen juist vaak wel (Deelen, Euwals, en Muffels, 2014). Ouderen zitten, al dan niet gedwongen door gebrek aan banen, vast in hun baan. En steeds meer jongeren zijn aangewezen op een tijdelijke of uitzendbaan
(Heyma en van der Werff, 2013). Er is sprake van een sterke tweedeling van arbeidsmarktmobiliteit naar leeftijd. Ook is er een scheidslijn tussen hoog en
laagopgeleiden. Laagopgeleiden werken vaker in tijdelijke en flexibele banen dan middelbaar en hoogopgeleiden en middelbaar opgeleiden op hun beurt weer
vaker dan hoogopgeleiden.
Deze hervorming doorbreekt ook de impliciete herverdeling die in veel loongebouwen zit, namelijk automatisch een hoger loon naarmate men ouder is of ergens
langer werkt. Demotie vindt veel natuurlijker plaats. Als je mensen meer betaalt op basis van hun arbeidsproductiviteit, dan zullen ze meer prikkels hebben
om die te laten groeien. Hervormen door contracten voor onbepaalde tijd af te schaffen, zal meer werkgelegenheid opleveren dan de afspraken uit het Sociaal Akkoord die zijn gericht tegen flexwerk. Denk met name aan de beperking van het aantal jaarcontracten (van drie naar twee). Dat akkoord werd gesloten in de Stichting voor de Arbeid en is uitgewerkt in de Wet Werk en Zekerheid.
Het durven denken in grote veranderingen die ons aanpassings- en dus groeivermogen vergroten, is niet alleen nodig om de groei van de arbeidsproductiviteit
te stimuleren. Ook kan op die manier een aantal heikele herverdelingskwesties worden aangepakt die economische groei nu in de weg staan.
Er spelen op dit moment forse herverdelingsdiscussies, die vaak langs de lijn gaan van hoog versus laagopgeleid en jong versus oud. Niet alleen op de
arbeidsmarkt, maar bijvoorbeeld ook bij pensioenen en in de zorg. Economische groei wordt doorgaans afgeremd door herverdeling. In Nederland wordt veel
geld herverdeeld tussen groepen. Van rijk naar arm, van gezond naar ziek, van toekomstige generaties naar huidige generaties. En daar kunnen goede redenen
voor bestaan, zoals meer rechtvaardigheid.
Grote stappen
Door de crisis en vergrijzing staat herverdeling echter onder druk. We moeten op die grote dossiers, waarin de belangentegenstellingen steeds groter en
duidelijker worden, de komende jaren beslissende stappen zetten. Doen we dat niet dan bestaat de kans dat we de komende tien jaar in verlammende beleidsdiscussies verstrikt te raken, die de groei afremmen. Tegelijk hebben
we groei nodig om die discussies gemakkelijker op te kunnen lossen. Mensen willen namelijk best wat van hun welvaart afstaan aan anderen, zo lang ze er
zelf ook maar op vooruit gaan. Zonder extra te verdelen koek, zijn mensen gemiddeld genomen nu eenmaal minder ruimhartig als het gaat om herverdeling.
Er is dus sprake van een paradox: groei is pas mogelijk als we de scherpe kanten van de grote herverdelingskwesties in onze instituties hebben aangepakt,
maar door de herverdelingsdiscussies ligt groei niet binnen handbereik. Wie dat beseft, begint nu met hervormen. Om te beginnen door afschaffing van
arbeidscontracten voor onbepaalde tijd. Dat stimuleert niet alleen economische groei, maar beperkt tegelijk ongewenste herverdeling van banen op de
arbeidsmarkt.
* Dit is een uitgebreide versie van het artikel dat eerder verscheen in NRC Handelsblad van 17 juni 2014 en dat tevens ingaat op reacties op het artikel.
Referenties:
Baarsma, B., m.m.v. J. Theeuwes, 2010, Vouchers voor vaardigheden: Over de rol van de overheid op de markt voor postinitieel onderwijs, SEO-rapportnr.
2010-48, Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek.
Baarsma, B. en A. Heyma, 2014, De prijs van doorgeschoten verschuiving van risico´s naar werkgevers, Me Judice, 2 april 2014.
Deelen, A. R. Euwals, en R. Muffels, 2014, Nederlandse arbeidsmarkt in Europees perspectief: jongeren mobiel, ouderen honkvast, Me Judice, 2 maart 2014.
Heyma, A. en S. van der Werff, 2013, De sociaaleconomische situatie van langdurig flexibele werknemers, SEO-rapport nr. 2013-09, SEO economisch onderzoek,
Amsterdam
Te citeren als
Barbara Baarsma, “Arbeidsmarkt uit het slot door afschaffen permanente contracten”,
Me Judice,
1 juli 2014.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Bron: Atelier PRO, Flickr