Wiskunde domineert
In de economische wetenschap is wiskunde steeds belangrijker geworden; het vakgebied is steeds verder gemathematiseerd. Zo laten Espinoza et al.
(2012) zien dat het aantal vergelijkingen per artikel al decennia stijgt. Dat leidt ertoe dat artikelen zelden
gepubliceerd worden als ze niet een (theoretisch) wiskundig of een (empirisch) econometrisch model bevatten. Hiermee samenhangend wordt bij
economieopleidingen - in het bijzonder bij zogenaamde onderzoekmasters - vooral wiskunde en statistiek gedoceerd. Wiskunde die voor wiskundigen gedateerd is: de gebruikte wiskunde reikt zelden verder dan wat in - afgaande op de studiegidsen - in eerstejaars colleges wiskunde onderwezen wordt. Evengoed is de beste voorbereiding voor een onderzoekmaster
economie inmiddels een bachelor wis- of natuurkunde. Zo is mij gebleken dat bij het Tinbergen Instituut (ook goede) studenten met een bachelor economie meer moeite te
hebben met de wiskunde dan studenten natuur- of wiskunde hebben met de economie. Bovendien wordt economie nauwelijks getentamineerd. Dit is een surrealistische
situatie. Het is lastig voor te stellen dat dit bij andere studies lang geaccepteerd zou worden.
De afruil in economieonderwijs
Het voordeel van wiskunde is dat de gedachtenuitwisseling gestructureerd en gedisciplineerd wordt door het opleggen van interne consistentie. Een argument
moet geformaliseerd worden voordat ze tot de discussie toegelaten wordt. Dat is zeker een voordeel. Maar het is tegelijkertijd de keerzijde van een
medaille. Het gaat ten koste van de externe validiteit. Er is een afruil. Wiskundige modellen, hoe complex ook, zijn alleen oplosbaar als van veel zaken wordt aangenomen dat ze er niet toe doen (dat ze exogeen zijn). Neem
bijvoorbeeld het standaard macro-model met een Cobb-Douglas productiefunctie. Dit model vooronderstelt dat het deel van het nationaal inkomen dat
arbeid en kapitaal ontvangt, constant is. Het model impliceert verder dat rendement daalt in de kapitaalhoeveelheid. Piketty (2014) heeft laten zien dat
geen van beide het geval is en ook zelden het geval geweest is. Ongelijkheid kan in veel andere standaardmodellen evenmin geproblematiseerd worden, omdat
er gebruik gemaakt wordt van zogenaamde representative-agent modellen. Daar wordt één agent representatief geacht voor de hele bevolking.
Daarmee is ongelijkheid al niet meer aan de analytische orde.
Wat buiten beeld blijft
Ongelijkheid, geopolitiek, zeepbellen, schuldopbouw, financiële crises en vraaguitval worden genegeerd in de dominante macro-modellen. Toegegeven, deze
zaken worden niet in alle modellen genegeerd, maar ze worden enkel geadresseerd als speciaal geval, modificatie of een uitbreiding. Daar komt nog eens bij dat om de modellen
overzichtelijk te houden deze zaken nooit in samenhang kunnen worden besproken. Dat is evenwel van groot belang. Ongelijkheid gaat hand in hand met afbouw
van de verzorgingsstaat. Die afbouw wordt gelegitimeerd - of zo men wil: verklaard - door overheidsschulden. De schulden zijn deels het gevolg de impotentie
van de staat om kapitaal te belasten; Van Os (2015, zie figuur 1) toont dat de belasting op kapitaal daalt en op arbeid (en consumptie)
stijgt. Dit laatste kan worden verklaard door de toegenomen mobiliteit van kapitaal (globalisering) dat hand in hand gaat met financialisering.
Financialisering - de toename van omvang, bezoldiging en invloed van de financiële sector - kwam op toen de VS na de kostbare Vietnamoorlog een nieuw
verdienmodel nodig had en de goudstandaard los liet (Varoufakis, 2012). En zo kunnen we doorgaan. De euro was bijvoorbeeld niet aan de orde geweest als Bretton Woods
nog van kracht was geweest ten tijde van het verdrag van Maastricht in 1992,
Toch ontgaat deze mogelijke systeem-samenhang de meeste economen, of in elk geval wordt het niet onderwezen. Geopolitiek, klassieke economie (Ricardo,
Marx), de Oostenrijkse school (Hayek, Schumpeter), feministische economie of Keynes worden tenslotte niet onderwezen. Economische geschiedenis
(kapitalisme als historisch fenomeen) wordt genegeerd en ook van Polanyi of Foucault heeft geen econoom ooit hoeven horen. Dat arbeidseconomie onderwezen
wordt zonder naar Polanyi te verwijzen is bizar. Dat in macro-economisch onderwijs Keynes nauwelijks aan de orde wordt gesteld is onwijs. En dat
kapitalisme met evenwichtsmodellen bestudeerd wordt zonder van Marx zijn kapitalismekritiek kennis te nemen, is bevreemdend.
Werking van wiskunde
Het is echter geen toeval. Mathematisering van de economie is een performatieve daad. Modellering is niet alleen beschrijvend, maar is een gevolgrijke handeling: modellering verandert dat - in casu de economische wetenschap - waar het onderdeel van is. Wiskunde sluit namelijk een groot
publiek uit, terwijl het bij datzelfde publiek de indruk vergroot dat economie wetenschappelijk is. Het werpt een toetredingsbarrière op voor nieuwe
(academische) economen, die - als zij die barrière eenmaal genomen hebben - daarna zelf een geïnstitutionaliseerd belang hebben bij het in stand houden van
die barrière. Vanwege de grote inspanningen om toe te treden is er tijd noch energie om gedachten - laat staan woorden - te wijden aan geschiedenis,
politiek, methodologie of sociologie.
Een model is een metafoor, dikwijls een inzichtelijke. Maar waarvoor het een metafoor is, dient met natuurlijke taal beschreven te worden. Wiskunde is
precies, natuurlijke taal is wijd omvattend. Het eerste is nuttig, het tweede noodzakelijk om de wereld te begrijpen.
Referenties:
Espinoza, M., C. Rondon en M. Romero (2012) The use of Mathematics in economics and it's effect on a scholar's academic career, MPRA Paper No. 41363.
Os, R. van (2015), Nederland pretpark voor het grootkapitaal, Socialisme en Democratie 75(3), pp. 25-31.
Piketty, T. (2014) Capital in the Twenty-first Century, Harvard University Press, Cambridge MA.
Varoufakis, Y. (2012), The Global Minitour, Zed Books, London.
Te citeren als
David Hollanders, “Academisch economieonderwijs en de zoektocht naar relevantie”,
Me Judice,
5 oktober 2015.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Chemnitz - Marx Monument’ van motograf (CC BY 2.0)