Onder de maat
De kritiek van Fase op de WRR in dit discussieforum roept om een respons. In het kort is die van mij als volgt. Kritiek op de WRR is wel degelijk mogelijk en terecht, maar een slecht rapport diskwalificeert niet automatisch al het werk van de WRR, en een onafhankelijk instituut voor bezinning, onderzoek en advies voor overheidsbeleid is en blijft zeer gewenst.
Op grond van eigen ervaring als voormalig lid van de WRR ben ik van mening dat in de afgelopen twee raadsperiodes het wetenschappelijke gehalte van enkele leden van de raad onder de maat was. Dat was naar mijn inzicht een overreactie op kritiek op eerdere raadsperioden dat de raad te wetenschappelijk was en zich verstopte in de ivoren toren. De raad moet een evenwicht bieden van enerzijds wetenschappelijke fundering en anderzijds relevantie voor beleid en toegankelijke rapportage. Dat is erg lastig en de ene keer beweegt het wat te veel de ene kant op en de volgende keer weer wat te veel de andere kant.
Interdisciplinariteit
Lastig is vooral ook dat wetenschap gespecialiseerd is en geneigd is kwesties vanuit een beperkt, monodisciplinair perspectief te bezien. Beleidsmakers kunnen zich dat niet permitteren: beleid moet functioneren in het volle scala aan aspecten, inzichten, en situaties die voor het betreffende onderwerp gelden. Dat vergt dus een voldoende mate van interdisciplinariteit, en dat is notoir moeilijk. Ook hier is een moeilijke balans nodig, tussen te veel breedte met te weinig diepte en andersom. Weinig wetenschappers zijn daar goed toe in staat, en misschien is dat ook niet hun primaire taak. Het is dus ook moeilijk om passende wetenschappers te vinden.
Fase beroept zich erop dat er op ministeries voldoende kundige medewerkers zijn om goed beleid voor te bereiden. Hij onderschat daarmee de mate waarin medewerkers bij ministeries mee moeten lopen met de heersende politieke muziek, en een politieke rationaliteit die vaak inhoudelijke rationaliteit overheerst. Het gaat dan om het zoeken naar evenwicht van belangen, competentiestrijd tussen ministeries, prestigekwesties van ministers en ambtenaren, gemanoeuvreer om positie, politieke evenwichtskunst binnen een regering, druk van belangengroepen, electorale druk van ‘de’ openbare mening en emoties en de waan van de dag, druk van de korte termijn, het niet willen ombuigen van beleid dat met veel moeite eindelijk momentum gekregen heeft, en zo nog meer. Het is van het grootste belang dat er onafhankelijke reflectie en analyse is van meer structurele aard, gericht op een langere termijn.
Betere selectie leden en stevige peer review
Laat er flinke kritiek zijn op de raad, met stevige peer review, en betere selectie van leden. Houd in de beoordeling van rapporten rekening met het feit dat de regering weliswaar verplicht is te reageren op een rapport maar daarbij kritische punten weg kan moffelen in lovende reacties op andere, ondergeschikte en minder kritische punten.
Openbare reacties zijn nog niet maatgevend voor het effect van een rapport. Een rapport werkt vaak ondergronds door, in interne debatten in ministeries waarin kritiek wordt besproken die in het openbaar was omzeild. Houd ook rekening met een opeenvolging van rapporten waar genoemde balans van wetenschappelijke onderbouwing, multidisciplinariteit, beleidsrelevantie, diepgang en toegankelijkheid, kritiek en haalbaarheid niet altijd helemaal geslaagd is. Het feit dat dit niet altijd succesvol is is geen reden om het dan maar af te schaffen. Het moeilijke blijft nodig.
Bart Nooteboom is hoogleraar innovatiebeleid aan de Universiteit van Tilburg, was in 2006/2007 lid van de WRR en was de leidende auteur van een WRR-rapport over innovatiebeleid.
Bron foto: Flickr.
Te citeren als
Bart Nooteboom, “De WRR kan beter, maar moet wel blijven”,
Me Judice,
21 juni 2012.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding