Inkomenspolitiek in een maatschappij van valse reuzen

Inkomenspolitiek in een maatschappij van valse reuzen image

Afbeelding ‘De Efteling’ van Stephen Chamberlain (CC BY-NC-SA 2.0)

6 mrt 2012
De roep om het belastingstelsel weer sterk progressief te maken wordt steeds luider. Een dergelijke oude inkomenspolitiek gaat niet werken, volgens Harry van Dalen. De Nederlandse samenleving is nog steeds zeer egalitair, alleen een kleine toplaag is de laatste tien jaar rijker geworden. De kunst van dit moment is om te bezuinigen en te belasten zodat ook vermogen en schuld meer in evenwicht raken. De kwaadheid over grootverdieners is begrijpelijk, maar die kunnen beter aangepakt worden via strenger en bekaam toezicht binnen en buiten bedrijven.

Nu het kabinet voor de opgave staat om maximaal 16 miljard euro aan bezuinigingen te verzinnen vrezen velen voor hun inkomen. Ronald Plasterk heeft als motto voor zijn verkiezing tot PvdA-partijleider zelfs weer gesteld dat de inkomensverdeling centraal moet staan en dat de rijken de zwaarste lasten moeten dragen. In Frankrijk heeft presidentskandidaat Francois Hollande het voor zijn Nederlandse collega gepreciseerd: de allerrijksten krijgen te maken met een belastingschijf van 75 %. De vraag die opdringt is of het wijs beleid is om de belastingen progressiever te maken middenin een crisis?

Egalitaire samenleving

Het is verleidelijk om te zeggen dat de armen armer en de rijken rijker zijn geworden en dat het hoog tijd wordt om dat te corrigeren. Maar wie een blik op de cijfers van het CBS werpt komt tot de ontdekking dat de inkomensverdeling de afgelopen tien jaar redelijk vlak was en niet of nauwelijks van zijn plaats is gekomen, terwijl dit toch hele roerige jaren waren. En als men de cijfers van de OESO erbij haalt - die verder terugkijken in de tijd en een blik werpen over de grens - dan blijkt dat beeld niet te veranderen. De Nederlandse inkomensparade is vooral een saaie boel: heel veel huishoudens die rond het midden schommelen en een paar reuzen: 0,5 % van de huishoudens heeft bijvoorbeeld een besteedbaar inkomen van een ton of meer. Het zijn vooral de allerrijksten (0,1% van de Nederlanders) die echt rijker zijn geworden: hun aandeel in de inkomenskoek is gegroeid van 1,3 % eind jaren negentig naar 2 procent in 2006 (Straathof et al., 2010). Dat is opmerkelijk maar het is ' peanuts' vergeleken met ontwikkelingen in de Angel Saksische landen (zie figuur 1).

Figuur 1: het inkomensaandeel (van totaal inkomen voor belastingen) van de top 1% inkomens in de OESO, 1990-2007

Figuur 1: het inkomensaandeel (van totaal inkomen voor belastingen) van de top 1% inkomens in de OESO, 1990-2007
Bron: OESO (2011)

Zijn er dan meer armen bij gekomen? De armoede is samengebald bij huishoudens met een (langdurig) laag inkomen. Dit zijn vooral mensen met een bijstanduitkering, waarbij alleenstaande ouders met minderjarige kinderen het meest kwetsbaar zijn. Maar de afgelopen jaar is het aantal niet toegenomen maar afgenomen. In 2000 moest volgens het SCP 12 procent van de huishoudens met een laag inkomen rondkomen en 5 procent moest zelfs langdurig – dus vier jaar achtereen – met zo’n inkomen worstelen. Dat aantal is in 2010 afgenomen tot respectievelijk 8 en 2,5 procent.

Ook nu weer zal de zwartkijker stellen dat resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst geven. Dat is waar. De nieuwe Wet Werk en Bijstand baart gemeenten nu al zorgen en ook het SCP verwacht een lichte stijging. Men hoeft geen nerd te wezen om te beseffen dat de bezuinigingsoperatie forse gevolgen zal hebben voor werk en inkomen en dat ook de armoede zal toenemen. Het overkoepelende verhaal achter de inkomensverdeling in Nederland is dat deze stabiel is en vergeleken met het buitenland een relatief sterk egalitair is.

De kunst zal de komende jaren echter zijn om groei én rechtvaardigheid samen te laten gaan. Inkomensvorming zal dan de boventoon voeren. En laat ik kort zijn, het verenigen van groei en rechtvaardigheid doe je niet door uit pure kwaadheid of jaloezie een hoger belastingtarief te introduceren. Dat is ook wellicht de moeilijkheid met de cijfers uit de boeken van het CBS. Het echte verhaal achter de inkomensverdeling komt men niet te weten omdat het vooral draait om wat inkomen met mensen doet, waarom men altijd kijkt naar wat de ander verdient en daarom altijd meer wil, welke risico's men neemt en ga zo maar door.

Met topinkomens is niets mis zolang die maar gedekt worden door topprestaties. En daar hebben we de wortel van het probleem te pakken. De jaren negentig en daaropvolgend heeft twee soorten reuzen tot leven gewekt. De reuzen die echte prestaties neerzetten en echte handel dreven, maar tegelijkertijd zijn er ook reuzen gekomen die 'windhandel' hebben gedreven. Uiteraard hebben we deze valse reuzen ook zelf in het leven geroepen. Banken en verzekeraars konden met talmende toezichthouders en tamme raden van commissarissen risico’s nemen waarbij de baten voor de risiconemers waren en de verliezen uiteindelijk voor de belastingbetaler. Echte ondernemers delen in zowel de goede als de slechte tijden.

Het probleem van dit moment is dat we de verliezen van de valse reuzen moeten ophoesten en dat niemand daar zin in heeft. Tegelijkertijd hebben we wel de echte reuzen nodig om welvaart te creëren. De oude inkomenspolitiek van stevig achteraf herverdelen zal het goed doen bij boze burgers, maar zal weinig effectief zijn. Toptarieven introduceren weer de ellende van de jaren tachtig en negentig waarin belastingontduiking en –ontsnapping de nationale sport werd, en financiële adviseurs de mogelijkheid werd geboden om hun bedenkelijke producten te slijten.

De pijn van de bezuinigingen moet samenvallen met maatregelen die de woningmarkt hervormen zodat vermogen en schuld weer meer in balans zijn. Dat zal sowieso herverdelend werken. Het tegengaan van belastingontwijking kan ook beter gebeuren in het belastingsysteem met een vlak tarief dan een progressiever tarief. En als we de valse reuzen in inkomensland echt willen aanpakken dan moet de nieuwe inkomenspolitiek vooral draaien om toezichthouders die bijten, raden van commissarissen die echte prestaties durven eisen van directeuren.

* Een verkorte versie verscheen in Trouw van 6 maart 2012.

Referenties

OESO,2011, Divided We Stand - Why Inequality Keeps Rising, OESO, Parijs.

SCP, 2011, Armoedesignalement 2011, CBS/SCP, Den Haag.

Straathof, B., S. Groot en J. Mohlmann, 2010, Hoge bomen in de polder. Globalisering en topbeloningen in Nederland, CPB, Discussion paper 199, Den Haag.

Te citeren als

Harry van Dalen, “Inkomenspolitiek in een maatschappij van valse reuzen”, Me Judice, 6 maart 2012.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Afbeelding ‘De Efteling’ van Stephen Chamberlain (CC BY-NC-SA 2.0)

Ontvang updates via e-mail