Eenvoud
Een sociale vlaktaks van ongeveer 35 procent kent veel voordelen. Voor iedereen geldt hetzelfde belastingtarief, ook ten aanzien van de aftrekposten. De overheid beïnvloedt niet langer de keuzes in een gezin via de belastingtarieven, bijvoorbeeld ten aanzien van de vraag wie hoeveel uren werkt. Ook worden gezinnen verlost van een ingewikkelde discussie over het verplaatsen van aftrekposten in de loop van de tijd en het schuiven met aftrekposten tussen gezinsleden.
Het belastingsysteem wordt ook veel eenvoudiger. De belastingheffing in Nederland is inmiddels zo complex dat velen het overzicht kwijt zijn. Het is bovendien maar zeer de vraag of fiscale prikkels wel effectief zijn, omdat het overgrote deel van de Nederlanders zich daar helemaal niet bewust van is.
Belangrijk is het voorstel ook voor de huidige discussie over te hoge schulden. Een vlak tarief voor arbeid leidt tot een gezondere financieringsstructuur van hypotheken en bedrijven, omdat meer lenen dan nodig niet langer fiscaal wordt aangemoedigd. Dat helpt om de woningmarkt vlot te trekken.
Extra banen
Door een vlaktaks komt er een loonsomheffing voor werkgevers en het loonstrookje wordt zo een lust voor het oog. Verder kan men zonder ingewikkelde omhalen communiceren wat een werknemer netto overhoudt van een extra inspanning. Doordat men meer overhoudt, de verstorende werking van het huidige sterk progressieve stelsel voor het arbeidsaanbod wordt weggenomen en de bureaucratie voor werkgevers vermindert, schept het voorstel veel banen en economische groei. Het gaat daarbij al gauw om 100 duizend extra banen.
Van een vlaktaks wordt vaak gezegd dat lagere inkomens erop achteruit gaan en hogere inkomens bevoordeeld worden. Zo kopt de Volkskrant (19 januari) dat een sociale vlaktaks 'leidt tot enorme toename van inkomensongelijkheid'. Dit is onjuist. De onderzoeken, waaruit wordt geciteerd, zijn allemaal gebaseerd op een kale vlaktaks.
Door twee eenvoudige aanpassingen spreken we over een sociale vlaktaks. De belangrijkste wijziging betreft de omzetting van de huidige degressieve werkgeversbijdrage in de Zorgverzekeringswet (ZVW) in een proportionele ZVW-loonsomheffing. In 2012 draagt iedere werkgever tot een inkomen van 50 duizend euro 7 procent van het inkomen af. In ons voorstel wordt, na invoering van de vlaktaks, van ieder inkomen 4 à 5 procent afgedragen voor de zorg. Hierdoor wordt het denivellerende effect van de vlaktaks aan de onderkant beperkt. Bovendien wordt de huidige ingewikkelde financiering overboord gezet en wordt gekozen voor een meer houdbare financiering van de zorg.
Topinkomenheffing
Als tweede aanpassing kan een topinkomenheffing de inkomensvoordelen voor de bovenkant van het inkomensgebouw wegnemen. Het betreft hier een extra heffing op het inkomen in box I, die geldt vanaf een topinkomen van bijvoorbeeld 100 duizend euro of de balkenendenorm. Aftrekposten worden tegen het vlaktakstarief verrekend om arbitrage te voorkomen. Voor deze groep geldt dan geen vlaktaks in de letterlijke zin van het woord, maar daar staat tegenover dat het om een zeer beperkte groep van belastingplichtigen gaat (circa 1 procent van het totaal aantal belastingplichtigen). Onze conclusie is dat de herverdelingseffecten van een sociale vlaktaks beperkt zijn.
Ook de citaten van de Studiecommissie Belastingstelsel uit 2010 worden uit hun verband gerukt. De commissie heeft, anders dan de Volkskrant suggereert, de sociale vlaktaks met haar andere financiering van de zorg niet meegenomen vanwege tijdgebrek vlak voor de verkiezingen. Mede om die reden heeft de Tweede Kamer onlangs op initiatief van de SGP een motie aangenomen om opnieuw een belastingadviescommissie in te stellen en het kabinet heeft toegezegd deze motie met voortvarendheid te willen uitvoeren. Wat ons betreft moet deze studiecommissie met voorrang naar de sociale vlaktaks kijken.
Belastingverlaging
Bij de invoering van een sociale vlaktaks moet tevens kritisch gekeken worden of alle 118 aftrekposten, kortingen en andere belastingbeperkende regelingen die ons fiscale stelsel ontsieren het gaat om een bedrag van 89 miljard euro in 2012 gehandhaafd moeten blijven. Hierdoor blijven de belastingtarieven immers veel hoger dan nodig. Door grondslagverbreding in ruil voor tariefverlaging kan het vlaktakstarief verder dalen. Het verschil tussen de belastingtarieven op arbeid en kapitaal wordt daardoor kleiner, wat belastingarbitrage vermindert.
Steeds meer dringt het inzicht door dat het huidige belastingsys-teem nodeloos ingewikkeld is, overmatig lenen stimuleert en arbeid ontmoedigt. Een sociale vlaktaks is rechtvaardig én belangrijk er komen veel banen bij en de koek wordt voor iedereen groter. De grote voordelen maken het perspectief van een sociale vlaktaks noodzakelijk en alleszins realistisch.
* Dit artikel is tevens verschenen in de Volkskrant van 24 januari 2012.
Referenties
Bovenberg, A.L. en Gradus, R. (2011), Sociale vlaktaks als sluitstuk Boxensystematiek, ESB, 96, blz. 230-233.
Te citeren als
Roel Beetsma, Lans Bovenberg, Koen Caminada, Elbert Dijkgraaf, Sylvester Eijffinger, Raymond Gradus, “Elke Nederlander gebaat bij sociale vlaktaks”,
Me Judice,
24 januari 2012.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Belastingdienst’ van mystic_mabel (CC BY-SA 2.0).