Blik van bestuurders: CFO Survey
Om deze vraag te kunnen beantwoorden maken wij gebruik van de meest recente enquête onder financiële topbestuurders in de wereld. Elk kwartaal krijgen CFO’s in Europa, de Verenigde Staten, Azië en China een aantal vragen voorgelegd met betrekking tot hun verwachtingen voor ontwikkelingen in het bedrijfsleven en hun land. De uitkomsten geven inzicht in de stemming onder CFO's en zijn daarmee een goede graadmeter voor de economie. Dit kwartaal, de 62e keer dat het onderzoek is gehouden, zijn ongeveer duizend CFO's van uiteenlopende particuliere en overheidsorganisaties bevraagd. CFO Survey is een samenwerking van de Universiteit van Tilburg, Duke University (Durham, North Carolina) en CFO Magazine
Wereldwijde daling in het economisch vertrouwen
Een belangrijke economische maatstaf is de “optimisme-index” die het optimisme dan wel pessimisme onder CFO’s meet. Deze index is een goede graadmeter voor de toekomstige ontwikkeling van het bruto nationaal product, de werkgelegenheid en de investeringen. Zoals figuur 1 duidelijk aantoont bevindt het optimisme zich opnieuw op een dieptepunt waarvan het eind misschien nog niet in zicht is. We constateren dat het vertrouwen in de economie wereldwijd is gedaald. Uit onderzoek van Duke University is gebleken dat de CFO optimisme-index een grote voorspellende waarde voor de ontwikkeling van de reële economie heeft.
Figuur 1: CFO Optimisme-index (% van CFO’s die optimistischer zijn over de eigen economie minus % CFO’s die pessimistischer zijn)
64% van de Europese CFO’s is pessimistischer geworden over de economische vooruitzichten van het eigen land voor de komende twaalf maanden, tegenover ruim 20% vorig kwartaal. 65% van de Amerikaanse CFO’s zegt pessimistischer te zijn over de vooruitzichten tegenover 36% vorig kwartaal. Slechts 13% van de Europese CFOs en 12% van de Amerikaanse CFOs zijn nog gunstig gestemd over de economische ontwikkelingen. Ook in Azië en China is het aantal optimisten sterk gedaald tot 14% en 40% respectievelijk.
Tabel 1: Top macro-economische zorgen CFO’s
Economische onzekerheid raakt het hart van Europese bedrijven
Maar liefst 43% van de Europese CFO’s geeft aan minder optimistisch te zijn over de vooruitzichten van het eigen bedrijf. Nog maar een kwart is optimistischer dan in het vorige kwartaal. Sinds lange tijd zijn er zoveel financieel directeuren niet meer zo negatief geweest. De onzekerheid over de economische vooruitzichten in Europa vertaalt zich o.a. naar terughoudendheid bij bedrijven in het inzetten van liquide middelen. Ruim de helft van de Europese bestuurders geeft aan dat zij de komende 12 maanden niet van plan zijn om de kasreserves in te zetten.
Een belangrijke graadmeter voor het optimisme zijn de verwachtingen over de winstgroei. Tot voor de zomer van 2011 was men in Europa nog zeer positief gestemd over de winstverwachtingen van het eigen bedrijf. Na de tumultueuze periode van 2008, welke gepaard ging met zeer negatieve winstverwachtingen, was vanaf medio 2009 een sterke verbetering te constateren in het sentiment. Hier is nog opmerkelijk weinig van over. Daar waar gemiddeld genomen over de laatste twee jaar de verwachte groei in winst nog rond 8% lag (van beursgenoteerde bedrijven die meededen aan de survey), is dit voor dit kwartaal drastisch teruggelopen naar een verwachte winstafname van 0.8%. Ook dividenduitkeringen zullen naar verwachting met 0.8% afnemen over de komende twaalf maanden.
Figuur 2: Verwachte winstgroei voor Europese ondernemingen in komende twaalf maanden*
Bron: CFO Survey
Gevolgen voor werkgelegenheid en investeringen en bedrijfsuitgaven
De bedrijfsuitgaven voor technologie, R&D, marketing en reclame zullen volgens de CFO’s verder worden gekort. Ook in de werving- en rekruteringsplannen wordt gesneden. Ruim 36% zegt minder arbeidskrachten te zullen aannemen. De verwachte groei in fulltime werknemers en uitzendkrachten is voor de komende twaalf maanden respectievelijk -0.5% en -5.4%.
Dit kan implicaties hebben voor de groeimogelijkheden van de onderneming. Bedrijven die niet in staat zijn om investeringsprojecten met een positieve netto contante waarde te initiëren geven onder andere als redenen op een tekort aan werknemers en tijd om het project te managen en een tekort aan expertise. Ook worden dergelijke projecten niet uitgevoerd door gebrek aan financieringsmogelijkheden. Ruim 40% van de Europese CFO’s zegt dan ook de investeringsplannen te hebben teruggeschroefd in de afgelopen drie maanden.
Tabel 2: Top interne bedrijfszorgen CFO’s
Somberheid troef in de VS
Het optimisme leek in de VS ook na lange tijd en in het begin van 2011 weer aan te trekken door gunstige verwachtingen over de economische ontwikkelingen. In het tweede kwartaal van 2011 was echter de eerste daling in het vertrouwen al zichtbaar en in dit derde kwartaal is het vertrouwen naar het niveau gedaald van een jaar geleden. Die sterke teruggang in het economisch vertrouwen wordt veroorzaakt door grote zorgen binnen de bedrijfssector over de zwakke consumentenvraag en de intense prijsdruk en de moeite die het kost om voldoende kapitaal op te halen.
Maar ook zaken zoals overheidsbeleid en -regelgeving en kosten voor gezondheidszorg baren de Amerikaanse bestuurders veel zorgen. Diezelfde zorgen plus het gebrek aan een oplossingsgerichte visie van de Amerikaanse overheid waren voor kredietbeoordelaar Standard & Poor’s onlangs aanleiding de lange termijn kredietwaardigheid van de VS naar beneden bij te stellen. Hoewel bijna zes van de tien (Europese) CFO’s het eens is met deze afwaardering zal de directe impact hiervan volgens hen beperkt tot matig zijn. Velen van hen geven aan dat de specifieke kredietbeoordeling namelijk geen echte nieuwswaarde bevat. De informatie is al veel langer (impliciet) bekend en is daarmee dus al enige tijd verdisconteerd.
In de afgelopen zes maanden heeft minstens een derde van de Amerikaanse bedrijven de investeringsplannen teruggeschroefd. De combinatie van economische onzekerheid en moeilijke kredietmarkten maakt dat bedrijven massaal hun kasreserves opbouwen, wat ten koste gaat van potentiële economische groei.
De situatie is echter nog niet zo slecht als in Europa. Er wordt nog steeds een marginale groei van 0.9% verwacht in het aantal vaste werknemers en ook de investeringen groeien naar verwachting met een bescheiden 4.5%. Dit, in combinatie met een verwachte groei van de winst van maar liefst 9.4% (voor Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven die meededen aan de survey) en een groei in dividenduitkering (idem) van 12.4%, strookt niet met verwachtingen over de komst van een eventuele recessie. Als CFO’s inderdaad een recessie verwachten zou dit in een negatieve groei voor investeringen en vaste contracten voor werknemers te zien moeten zijn. Dit is echter (nog) niet het geval.
Azië nog in de veilige zone
Hoewel het optimisme onder de financieel directeuren in Azië (over zowel de economie als de eigen onderneming) sterk is gedaald, kent de regio nog wel een robuuste (verwachte) groei in de verscheidene componenten van de bedrijfsvoering. Ruim 60% van de bestuurders geeft aan dat zij de kasreserves zullen aanwenden in de komende twaalf maanden. Twee derde van de Aziatische CFO’s geeft aan dat zij hun investeringsplannen ongewijzigd door zullen zetten. Investeringsuitgaven zullen naar verwachting dan ook met 13.2% toenemen in de komende twaalf maanden. Ook de werving- en rekruteringsplannen gaan onverminderd door. Een groei van bijna 7% en 3% wordt verwacht voor respectievelijk de vaste werknemers en tijdelijke uitzendkrachten. Bedrijfsuitgaven, waaronder die voor technologie, research & development en marketing en reclame kennen ook allen een solide groei vergelijkbaar met die van vorige kwartalen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de financieel directeuren in Azië nauwelijks bezorgd zijn over een mogelijke recessie in het eigen land. De verwachte winstgroei voor de komende twaalf maanden is navenant dan ook 7.4%.
Conclusie
De CFO-survey in het derde kwartaal van 2011 laat een verontrustend beeld zien. Wereldwijd zijn de verwachtingen ten aanzien van de economische ontwikkelingen sterk afgenomen. De CFO optimisme-index laat dit kwartaal dan ook een scherpe daling zien voor Europa, de VS en Azië waarvan de bodem wellicht nog niet in zicht is.
Tevens gaat het op Europees bedrijfsniveau ook een stuk minder goed dan vorig kwartaal. Zowel bedrijfsuitgaven als de winstverwachtingen zijn voor de komende twaalf maanden drastisch naar beneden bijgesteld. Onder Europese financieel bestuurders heerst dan ook momenteel de vraag of een nieuwe recessie in de maak is. Als we de signalen vanuit het bedrijfsleven mogen geloven staan we mogelijk aan de vooravond van een tweede recessie in korte tijd.
Ondanks de mineurstemming onder de Amerikaanse CFO’s lijkt er op dit continent nog geen echte dreiging van een recessie op zeer korte termijn aanwezig. Er wordt dit derde kwartaal nog steeds een (bescheiden) groeiverwachting afgegeven voor verschillende belangrijke indicatoren binnen de bedrijfsvoering.
Ook Azië is een regio die op dit moment relatief weinig last heeft van een sterke economische teruggang. Alle indicatoren wijzen erop dat de bedrijfsvoering van Aziatische ondernemingen op alle fronten nog in volle vaart is. De regio lijkt daarmee dan ook nog steeds de motor van de wereldeconomie. De vraag is echter hoe lang zij dit kunnen volhouden wanneer niet alleen Europa maar ook de VS geteisterd wordt door een mogelijke recessie.
Te citeren als
Kees Koedijk, Christian Staupe, “CFO’s aan het woord: recessie in Europa op handen”,
Me Judice,
17 september 2011.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
stock exchanges’ van SimonQ錫濛譙 (
CC BY-NC-ND 2.0)