Rutte kan bijna gratis lenen
Premier Rutte meldde bezorgd in zijn regeringsverklaring dat de staatsschuld binnenkort 400 miljard euro zal bedragen. “Dat bedrag loopt nog op met zo’n 100 miljoen euro per dag.” Daarom moet, volgens Rutte, het tekort op de begroting zo snel mogelijk worden weggewerkt.
Rutte vermeldt niet dat dit tekort op de begroting alweer aan het dalen is zonder dat de regering fors bezuinigd heeft. Die 100 miljoen per dag waar Rutte het over heeft, zal in 2015 al gedaald zijn naar 50 miljoen per dag. Zonder dat minister van financiën Jan-Kees de Jager een vinger heeft hoeven uit te steken. Voorts zegt Rutte ook niet dat het op dit moment voor de overheid bijna niets kost om geld te lenen. Omdat Nederland een zeer robuust begrotingsbeleid heeft, vergeleken met bijvoorbeeld Griekenland en Italië, hebben beleggers een groot vertrouwen in de Nederlandse overheid en willen ze hun geld nagenoeg voor niets aan De Jager uitlenen.
Meer besparingen die niets opleveren
Als de overheid bezuinigt, betekent dat in feite dat de overheid meer gaat sparen. Nu wordt er in Nederland al veel gespaard, met name door de pensioenfondsen. Het ziet er naar uit dat die fondsen door de problemen met hun beleggingen hun vermogen zullen moeten gaan aanvullen. Dat wil zeggen, zij moeten ook meer gaan sparen. Kortom, de komende jaren zal er een grote toename van de macro-economische besparingen plaats vinden. Wat leveren die extra besparingen op? Niets! Om dezelfde reden waarom de overheid nu zo goedkoop kan lenen. De rente is erg laag en dat zal voorlopig wel even zo blijven.
Extra besparingen gaan eerder verloren
De vraag is dus, moet de Nederlandse overheid gaan bezuinigen als een tekort bijna gratis gedekt kan worden? In een tijd van recessie moet een land natuurlijk niet meer gaan sparen, maar als binnenkort die recessie voorbij is, kan dat nog steeds onverstandig beleid zijn. Nederland spaart namelijk al zo veel dat die besparingen in het binnenland niet meer renderend belegd kunnen worden. Dat kun je zien aan het saldo op de zogenaamde kapitaalrekening. Nederland blijkt voor ongeveer zes procent van het nationaal inkomen aan financieel kapitaal naar het buitenland te exporteren. Dat zijn, met andere woorden, spaargelden die niet in het binnenland geïnvesteerd kunnen worden, maar aan landen worden uitgeleend waar men om verschillende redenen verlegen zit om financieel kapitaal. Dit zijn bijvoorbeeld de zuidelijke EU-staten.
Als wij dankzij het bezuinigingsbeleid van dit kabinet straks met zijn allen nog maar gaan sparen, zal Nederland nog meer in de zwakke EU-landen in het zuiden moeten investeren. Een belangrijke reden waarom deze landen uit hun begrotingsproblemen worden geholpen is dat banken en beleggers in andere EU-landen over veel overheidsobligaties van de zuidelijke lidstaten beschikken. Bij een bankroet van Griekenland zouden die obligaties in rook zijn opgegaan. Als dus de Nederlandse overheid meer gaat bezuinigen en de pensioenfondsen op last van DNB hogere buffers aanleggen, wordt het risico dat Nederlandse besparingen verloren gaan alleen maar groter.
Dit artikel is 28 oktober 2010 verschenen in de Volkskrant.
Te citeren als
Harrie Verbon, “Nu bezuinigen is geld weggooien”,
Me Judice,
28 oktober 2010.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding